Project
Binnenkijken bij …
Ondertussen in ...
Post uit België
Afgelopen zaterdag kondigde de Volkskrant de start aan van ‘De voedselzaak’, een artikelenreeks waarmee de krant dit jaar het complexe voedselvraagstuk wil onderzoeken. In zijn voorwoord introduceerde hoofdredacteur Philip Remarque de eerste aflevering van het journalistieke project. Hoe kan Afrika, het continent waar de komende jaren de grootste bevolkingsgroei plaatsvindt (2 miljard mensen in 2050) en waar klimaatverandering het hardst toeslaat (droogte, overstromingen), voorzien in zijn eigen voedselproductie?
Het is een vraag die de afgelopen weken tijdens een rondreis door Ethiopië, dagelijks door mijn hoofd spookte. Onderweg zag ik vruchtbare hooglanden voor de productie van suiker, banaan, maïs, rijst, koffie en tef, het plaatselijke graan waarmee het nationale gerecht wordt bereid, een zurige pannenkoek die de Ethiopiërs gebruiken om groente, kruiden en vlees te eten. Op papier is het land in de Hoorn van Afrika rijk aan water – mede door de loop van de Nijl –, en aan zonlicht is absoluut geen gebrek. Kortom, de ideale omstandigheden voor een florerende landbouw.
De cijfers tonen het tegenovergestelde. Ik leerde dat Ethiopië voor zijn voedselvoorziening nog altijd afhankelijk is van import en voedselhulp.
Dit heeft uiteenlopende oorzaken: van een gebrek aan investeringen en technologische innovaties – in het noorden is de landbouw kleinschalig en gefragmenteerd en doen de boeren alles handmatig –, tot een decennialang verbod op het gebruik van het Nijlwater, van corruptie onder overheidsfunctionarissen tot de dubieuze verkoop van landbouwgrond aan Arabische, Turkse en Chinese bedrijven die het geproduceerde voedsel exporteren naar het moederland.
Hoe anders is de situatie in Nederland. Deze whizzkid van de wereldwijde voedselmarkt exporteerde vorig jaar een duizelingwekkende 85 miljard euro aan landbouwproducten, zo meldde een glunderende minister Schouten vorige week. Dat dat ook niet zonder schaduwzijden is, verkennen we in ons papieren nummer van maart. Daarin aandacht voor dezelfde vraag die de Volkskrant opwerpt: is het denkbaar om ook in Nederland de landbouw te verduurzamen door zoveel mogelijk voedsel te produceren in en nabij de steden waar datzelfde voedsel geconsumeerd wordt. De bijkomende vragen die we als Blauwe Kamer opwerpen zijn evenwel typisch Nederlands, en zullen in Ethiopië weinig prioriteit hebben: wat zijn de consequenties voor de identiteit van het landschap en welke rol moet het ontwerp spelen?
Mark Hendriks, hoofdredacteur
De publiekstrekker in de nieuwe tuin van museum De Pont in Tilburg is het kunstwerk ‘Sky Mirror (for Hendrik)’ van de Indiase kunstenaar Anish Kapoor. Het museum voor moderne kunst kreeg het werk in september cadeau vanwege het 25-jarig jubileum. Voor de gelegenheid gaf de Engelse ontwerper Sophie Walker de tuin een make-over.
De tuin bestaat uit een reeks van ronde bakstenen vijvers – in een daarvan is Kapoors kunstwerk geplaatst. Halverwege fungeert een incisie in de vorm van een hoorn als wandelpad. Langs de vijvers ligt een weelderige tuin, met plantensoorten die door de Britse ‘plantenjagers’ Sue en Bleddyn Wynn-Jones verzameld zijn. De meeste planten groeien naast hun gecultiveerde, meestal in Nederland voorkomende evenknie. Het beplantingsplan benadrukt de seizoensverschillen: kale takken en zaadhoofden in de winter, de eerste lentebloemen in het voorjaar, overvloedig groen in de zomer en rode, gele en oranje kleuren in het najaar.
Walker verwerkte in haar ontwerp subtiele verwijzingen naar de lokale geschiedenis. Uiteraard door het gebruik van Nederlandse klinkers, maar ook door de beplanting als een tapijt vorm te geven – een knipoog naar het textielverleden van de stad Tilburg.
Project ontwerp museumtuin
Locatie Tilburg
Ontwerper Sophie Walker Studio
Opdrachtgever museum De Pont
Uitvoering Van Helvoirt Groenprojecten
Ontwerp en realisatie 2017
Foto: René de Wit
VAN DE NVTL
Landschapsarchitect Dirk Sijmons is tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst op 26 januari door voorzitter Ben Kuipers benoemd tot erelid van de vereniging.
Ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie van Mien Ruys (1904-1999) organiseerde ABC Architectuurcentrum in Haarlem een reizende expositie over werk en leven van de beroemde tuin- en landschapsarchitect. Na Haarlem is de tentoonstelling nu te zien in het provinciehuis in Zwolle. De biografie is geschreven door Leo den Dulk.
Op 6 maart vindt de studiedag Natuurinclusief stedenbouwkundig ontwerp als interdisciplinaire uitdaging plaats. Met sprekers en een paneldiscussie. Organisatie: BNSP, NVTL en Netwerk Groene Bureaus (NGB). Locatie: De Observant, Amersfoort
VAN DE BNSP
Verdichting en gezonde stad, hoe gaan stedenbouwers met deze opgave om? Die vraag staat centraal als de Omgevingstour op 22 februari Utrecht aandoet. Schrijf je in, volg de presentaties, doe mee met de excursie en de workshops!
De masterclass Energie en Ruimte op 22 maart is bedoeld voor professionals die in de praktijk bezig zijn met de integratie van deze twee domeinen. Ervaringen worden gedeeld, kennis wordt opgebouwd en met experts worden concrete voorbeelden van de deelnemers besproken. Het is zelfs denkbaar dat uw casus de volgende pilot wordt!
Foto: Jan de Vries
Tuinarchitect L.A. Springer ontwierp honderd jaar geleden de Zeeweg tussen Haarlem en het strand van Bloemendaal. Hij vatte de weg op als een parkway. Het tracé voegt zich in de glooiende topografie van het Hollandse duinlandschap. Tegelijkertijd is de provinciale weg, die op zomerse dagen vol autoverkeer is, een barrière tussen Nationaal Park Zuid-Kennemerland en de Amsterdamse Waterleidingduinen. Een door Wurck ontworpen en door Ballast Nedam gebouwde natuurbrug brengt hier verandering in.
De zogenoemde Zeepoort schakelt de door de weg doorsneden duinreep weer aaneen. Een opvallend kenmerk van het ontwerp het ontbreken van een zichtbare draagconstructie onder de brug. Vanaf een afstandje lijkt het zelfs alsof de natuurbrug op de flanken van het duin rust. Onder het dek is het volledige profiel van de Zeeweg gehandhaafd. Dit betekent dat autobaan, fietspad en wandelroute onder de brug doorlopen, inclusief de natuurlijke bermen. Bovenop zijn voor plant en dier met wanden en zandtaluds uiteenlopende gradiënten gecreëerd, zoals beschutte en koele plekken, maar ook open en warme delen.
In de film vertellen ontwerpers en natuurexperts over de totstandkoming en het functioneren van het project.
Project ecologische verbinding
Locatie Bloemendaal
Ontwerper Wurck
Opdrachtgever en uitvoering Ballast Nedam
Ontwerp 2015
Realisatie 2017
Landschapsarchitect Peter Lubbers relativeert het belang van een inspirerende werkomgeving. ‘Ontwerpers kunnen nog weleens romantisch doen over de omgeving waarin ze tot de meest briljante ontwerpideeën komen. Bij mij gaat het om concentratie, waar ik zit maakt me niet zoveel uit. Nu ik erover nadenk: goede ideeën bedenk ik vaak thuis in de keuken.’ Desondanks verhuisde Lubbers’ bureau regelmatig. Soms noodgedwongen – zoals tijdens de economische crisis –, soms om een verandering teweeg te brengen. ‘Een nieuw kantoor brengt een frisse wind. Dat is goed, voor de bedrijfsvoering, voor de manier van werken, voor als je jezelf opnieuw wil uitvinden.’
Recent betrokken Peter Lubbers en zijn zestien medewerkers een verbouwde legerbarak op het voormalige kazerneterrein van fort Isabella in Vught. De langwerpige ruimte – in het verleden in gebruik als munitieopslag, maar ook als officiersmess – biedt het landschap- en stedenbouwbureau de mogelijkheid om intensiever samen te werken. ‘Op onze oude locaties, zoals in de voormalige paardenstal hier vlakbij, zaten we vaak verspreid over kamers’, vertelt Lubbers aan de vergadertafel bij de ingang. ‘Doordat iedereen hier in één ruimte zit kunnen we veel actiever samenwerken.’ Bij Buro Lubbers worden per project teams samengesteld. In de open en lichte ruimte kunnen de teamleden elkaar makkelijk vinden voor overleg, samenwerking en inspiratie. Daarnaast heeft de houten barak zogenoemde schetsplekken. Lubbers wijst naar de houten tafels in de hoeken. ‘Daar hebben ze alles bij de hand: boeken, bladen, kaarten, luchtfoto’s. Aan de prikborden kunnen ze hun werk ophangen. We hebben zelfs een oude tekentafel tevoorschijn gehaald.’
De barak is door de eigenaren – het bedrijf Bella Rocks dat het fort herontwikkelt tot woon- en werkgebied – volledig vernieuwd: nieuwe kozijnen, dubbel glas, isolatie, andere vloer. Daarnaast investeerde Lubbers zelf in de bouw van een technische kamer, verlichting en een werkkamer voor hemzelf. ‘Het is eigenlijk een symmetrisch gebouw’, wijst Lubbers op de twee keukentjes. ‘Je hoeft maar een tussenwand te plaatsen en je hebt twee kantoren. Dat is met het oog op de toekomst wel zo makkelijk.’
Project masterplan voor economische ontwikkeling Panamakanaal
Locatie Panama
Ontwerper CroonenBuro5
I.s.m. Antea Group; Stig Delta
Opdrachtgever Autoridad del Canal de Panama
Periode 2015 – 2016
De Panamese overheid wil het beroemde Panamakanaal uitbouwen tot een volwaardig havengebied. Daarom organiseerde de Autoridad del Canal Panama – belast met de exploitatie en de modernisering van de belangrijke scheepvaartverbinding tussen Europa en Azië – in 2015 een ontwerpcompetitie die door een Nederlands team gewonnen werd. De bureaus CroonenBuro5, Antea Group en Stig Delta bedachten een stedenbouwkundig raamwerk waarmee de kanaalzone de komende jaren moet uitgroeien tot een logistiek en industrieel knooppunt.
Vanwege de heuvelachtige topografie bevat het plan terrassen voor de bouw van magazijnen, fabrieken en kantoren. Daarnaast wordt het waterfront vergroot voor havengerelateerde activiteiten zoals containeropslag, onder andere door de aanleg van een bassin. In het achterland is ruimte gereserveerd voor distributiecentra. Ondanks het enorme programma – in totaal wordt 1200 hectare bebouwd – houden de plannenmakers naar eigen zeggen rekening met erfgoed en landschappelijke structuren. Grote delen van het bos blijven behouden en doen dienst als groene buffers tussen de deelgebieden. Cultuurhistorische objecten, zoals de oude sluizen en het museum, krijgen een prominente plek in het nieuwe havengebied.
De bureaus doen ook uitspraken over de economische haalbaarheid, de uitvoeringsstrategie en juridische randvoorwaarden. Ze adviseren om te beginnen met de aanleg van het zogenoemde ‘centennialgebied’, onder andere vanwege de ligging nabij de Atlantische Oceaan en de snelweg.
Zo’n drie kwartier rijden vanaf Tilburg over Vlaamse steenwegen ligt Kasterlee. Een van de mooiste dorpen van Vlaanderen volgens tv-programma Vlaanderen Vakantieland. Wat je er zoal vindt? Een knap nieuw ontmoetingscentrum door Dierendonckblancke architecten, Bobbejaanland en veel bos.
Zoals de Hoge Rielen. Een voormalig militair terrein van 250 hectare, nu recreatiegebied. Schoolkinderen en scouts kunnen er verblijven op de kampeervelden tussen de bomen of in een van de paviljoens. De loodsen die eens dienstdeden als munitieopslagplaats zijn verbouwd voor ‘loodskamperen’. Het Italiaanse Studio Secchi-Viganò tekende het masterplan. Je kent ze van Park Spoor Noord in Antwerpen of van de ingetogen begraafplaats in Kortrijk, waar Bernardo Secchi inmiddels zelf begraven ligt.
Ze tekenden ook het pronkstuk van het domein, Hostel Wadi. Tip voor een weekendje natuur: boek er een kamer. Op een kwartier lopen vanaf de parkeerplaats – het terrein is autoluw – zie je het in het bos verschijnen. Het cirkelvormige gebouw heeft zich zachtjes tussen de bomen gevlijd. Aan de buitenkant gesloten met houten latten, aan de binnenkant volledig van glas. De gang rondom geeft toegang tot twintig kamers. Klein en sober, met uitklapbare bovenbedden. Als je ’s ochtends je kamer uit komt sta je direct midden in het bos. Zalige rust met af en toe een kampvuurlied.
Foto’s: De Hoge Rielen / Frederik Buyckx
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier doorgeven.