De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) komt terug, lees ik in het kersverse regeerakkoord van het vierde kabinet Rutte. Hiermee erkennen de regeringspartijen niet alleen de verplichting om nu echt werk te maken van de woningcrisis, maar ook de noodzaak om orde te scheppen in de wirwar aan ruimteclaims. En er is meer goed nieuws. Alle belangrijke problemen – stikstof, klimaat en wonen – staan met stip op één, en krijgen bovendien een flinke zak geld mee. Mijn favoriete onderdeel staat op pagina 13: daar staat expliciet vermeld dat water en bodem leidend zijn in de ruimtelijke planvorming – een geluid dat in de vakwereld al langer rondzingt.
Ondanks deze hoopgevende eerste stappen zijn er nog genoeg kritische kanttekeningen te plaatsen bij of en hoe de minister van VRO straks daadwerkelijk het verschil gaat maken. Neem het woningbouwvraagstuk. Het is goed dat de verhuurdersheffing (niet meer dan een ordinaire belasting op sociale woningbouw, uniek in de wereld) en de ‘jubelton’ (de belastingvrije schenking die alleen maar prijsopdrijvend werkt) worden afgeschaft. Maar daarmee zijn we er niet. Het valt te hopen dat de nieuwe minister een vinger aan de pols houdt bij de bouw van de 100.000 woningen die blijkbaar per jaar nodig zijn. Daarmee bedoel ik: liever niet meer die nadruk op snel en fabrieksmatig, maar met oog voor doelgroepen (waaronder senioren en een- en tweepersoonshuishoudens), kwaliteit,
verduurzaming en circulaire bouwwijzen. En met oog op waar het bij woningbouw eigenlijk om draait: de creatie van een buurtgevoel en gemeenschapszin, een thuis voor iedereen.
De positie die de minister van VRO mag innemen, bepaalt het succes van de post. Krijgt de minister het mandaat om collega-ministers te dwingen mee te werken aan een soort nieuwe kaart van Nederland? Daarop kunnen klimaat, landbouw, biodiversiteit, economie, water, mobiliteit en verstedelijking in samenhang bekeken worden en ruimtelijke consequenties scherp en aantrekkelijk verbeeld.
Zo’n kaart is mogelijk een aanzet tot de broodnodige actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie. Dit vrijblijvende document stamt nog uit de tijd waarin ruimtelijke visies in Den Haag zoveel mogelijk werden gemeden. Een herziening betekent niet alleen keuzes maken en die ook durven tekenen, het vraagt ook om een daadkrachtig uitvoeringsprogramma en dito investeringsstrategie. Stuur dan gelijk de Omgevingswet terug naar de tekentafel. Nu het rijk weer het podium van de ruimtelijke ordening betreedt is deze wet – het resultaat van jarenlang decentraliseren – achterhaald voor ‘ie goed en wel in werking is getreden.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
In deze laatste e-zine van 2021 aandacht voor het ontwerp van een woonwijk als zovelen: Rimpeler in het Gelderse Putten. Een nieuwbouwwijk van zo’n 340 woningen, gelegen tussen de Stationsstraat, de wijk Bijsteren en de Rimpelerweg. Het stedenbouwkundig ontwerp van Atelier Dutch is gestoeld op het aanwezige patroon van houtwallen met daartussen kleine bouwvelden. Op die velden verrijzen drie typen woonmilieus. ‘Het dorp’ is informeel van aard met korte straten, ‘het erf’ bestaat uit woningen rondom een gezamenlijke ontmoetingsplek en vormt de overgang naar het naastgelegen landbouwgebied. Woonmilieu ‘het park’ ligt een centrale groenzone. De inrichting van de straten is groen, met veel bomen en brede groenstroken. De bouw van Rimpeler is in volle gang en de eerste straten zijn inmiddels opgeleverd.
Project stedenbouwkundig plan nieuwe woonwijk
Locatie Putten
Ontwerper Atelier Dutch
Opdrachtgever Gemeente Putten
Oppervlakte 9 hectare
Realisatie vanaf 2020
VAN DE BNSP EN NVTL
Pak je agenda alvast erbij, want de datum voor de NVTL/BNSP-dag is geprikt. Ook zijn de keynotesprekers vastgelegd. Frenk van der Linden is de dagvoorzitter en Wouter Veldhuis (MUST), Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, is een van de keynotesprekers. De ander is landschapsarchitect, hoogleraar en urbanist Winy Maas (MVRDV). Hij komt praten over een nieuwe balans tussen sociologie, economie en ecologie. Wat moet de grote verbouwing van Nederland opleveren? Hoe willen we in de toekomst samenleven, waar verdienen we ons geld mee en hoe ziet onze omgeving eruit?
Wanneer: 11 maart 2022
Waar: Het Huis Utrecht
VAN DE NVTL
De NVTL bestaat 100 jaar in 2022! Om deze gelegenheid te vieren, organiseren we het hele jaar door een groot aantal evenementen onder het motto ‘100 mijlpalen, 100 ontmoetingen en 100 visies’. We kijken terug op een rijke geschiedenis en kijken vooruit naar de volgende eeuw waarin de vakgemeenschap een belangrijke rol heeft in het leefbaar houden van Nederland. Bijvoorbeeld door inzet van ontwerpkracht. Lees meer over de festiviteiten en krijg 50 procent korting op een regulier of bureaulidmaatschap en doe mee met de event-estafette.
VAN BLAUWE KAMER
Op 11 december presenteerde Blauwe Kamer tijdens een online-uitzending vanuit het Schip van Blaauw in Wageningen het Blauwe Kamer Jaarboek 2021. De opname is hier terug te kijken. De uitreiking van de KuiperCompagnons Graduation Awards op 4 november kun je ook terugkijken.
In ons jaarboeknummer dat deze week verscheen is in de inhoudsopgave een fout geslopen. Het herinrichtingsproject in Harelbeke wordt onterecht toegeschreven aan H+N+S Landschapsarchitecten. Dat moet zijn Palmbout Urban Landscapes.
Boek van Riek
‘Apetrots’ is Riek Bakker op haar autobiografie, opgeschreven door De Groene-journalist Margreet Fogteloo (De ruimte van Riek – Bouwend aan Nederland, Boom uitgevers, 232 pagina’s, € 29,90). ‘Schrijf het nou eens allemaal op’, had Bakker vaak gehoord, en haar 75ste verjaardag leek haar daar een uitgelezen moment voor. Dat het allemaal een paar jaar uitliep, verbaast eigenlijk niet bij lezing. Want 75 jaar Riek Bakker is natuurlijk een groot verhaal. Het is niet alleen een verhaal over een meisje dat in de Hongerwinter in Amsterdam wordt geboren in een gezin met allemaal jongens. Het is ook dat van de vrouw die met talrijke projecten haar vingerafdrukken heeft achtergelaten in het Nederland van vandaag: zoals met De Kop van Zuid in Rotterdam of de Vinex-wijk Leidsche Rijn-Utrecht, maar ook met de ontwikkeling van Tilburg, haar masterplan voor Soesterberg en de plannen die de aanleg van de A4 voor Schiedam leefbaar maakten. 75 jaar Riek Bakker is daarmee onvermijdelijk ook een schets van 75 jaar Nederland. Want Riek Bakker is ongetwijfeld een van de meest invloedrijke stedenbouwkundigen van na de oorlog. En ze heeft zich, nog meer dan als ontwerper, laten gelden als iemand die in de slangenkuil van politiek, bestuur en projectontwikkeling altijd het belang van de leefbare stad heeft gediend.
Parkje van, voor en door de buurt
Vijftig jaar bestaat het Utrechtse Sjanghaipark, een buurtparkje in de wijk Overvecht. Reden voor een fraai vormgegeven boek met foto’s, tekeningen, achtergrondverhalen en portretten van kunstenaars (Sjanghaipark – Experimenteel geworteld in het alledaagse, Martine Bakker (e.a., red.), Jap Sam Books, Nederlands/Engels, € 24,50). Het Sjanghaipark is begin jaren 1970 ontstaan als een burgerinitiatief en een samenwerking tussen bewoners en kunstenaars. Ontstaan, want het is nadrukkelijk niet ontworpen. Hier moest een spontane ontwikkeling op gang komen. Geheel in stijl van de heersende tijdsgeest en geest van ‘ecotect’ Louis Le Roy, op wiens ideeën de initiatiefnemers zich destijds baseerden voor een park waarin de natuur haar gang kon gaan en het beheer in dienst stond van de spontane ontwikkeling. Dit Sjanghaipark ligt er nog steeds, als een tijdmachine van burgerparticipatie. Nu in een wijk waarvan de oorspronkelijke inwoners vergrijzen en de bereidheid om zich met ziel en zaligheid in te zetten voor een gemeenschappelijk gebruikspark minder vanzelfsprekend is – geheel in de huidige tijdgeest – maar dat toch dapper standhoudt.
Erfgoed voor de toekomst
Nu we toch aan het uitdelen zijn – het is tenslotte december –, ook gratis online te lezen of te bestellen is het magazine DEAL!, een publicatie van Erfgoed Deal. Dit programma is door de rijksoverheid in het leven geroepen om het behoud en gebruik van erfgoed bij de grote ruimtelijke opgaven van dit moment op de agenda te zetten. Met subsidies worden voorbeeldprojecten uitgevoerd en zo moet de Erfgoed Deal – die drie jaar loopt – het erfgoed ‘tussen de oren’ krijgen bij bestuurders en ontwerpers die werken aan opgaven als de energietransitie, verduurzaming, klimaatadaptatie en stedelijke groei en krimp. In het decembernummer worden zeven projecten in woord en beeld gepresenteerd. Waaronder de renovatie van schoolgebouwen in jaren 1970-stad Nieuwegein, het ‘klimaatadaptief’ inzetten van een archeologisch rijksmonument in het Stinspark in Zwolle, het herstel van beken en bleken in het Twentse Losser en een nieuwe leerstoel Cultureel erfgoed en participatieve ruimtelijke ontwikkeling (WUR). Het magazine is meer dan een parade van voorbeeldprojecten. Het bevat ook achtergrondartikelen – bijvoorbeeld over het nieuwe bosbeleid – een fotoreportage over de verduurzaming van een voormalig VOC-gebouw, columns en recensies. Kortom, genoeg om bij de open haard te mijmeren of in de projecten die voor het nieuwe jaar op stapel staan wel voldoende aandacht is voor het natuurlijke en culturele erfgoed.
Liefdesverklaring aan Wageningen
Een belangrijke reden waarom eind 19de eeuw in Wageningen een landbouwhogeschool (voorloper van de huidige WUR) werd gevestigd, was omdat het stadje op een kruispunt van landschappen ligt. Op en tegen een zuidelijke stuwwal van de Veluwe, met uiterwaarden en een rivierlandschap en daarachter de Betuwe in het zuiden en de natte Gelderse Vallei in het westen. Dit verhaal is in een hedendaagse jas gestoken en neergelegd in een liefdevol gemaakt boek (De landschappen van Wageningen, Wim Huijser en Mooi Wageningen, Blauwdruk, 240 pagina’s, € 29,90). De lange lijnen van de geologische geschiedenis en oude kaarten uit het archief worden afgewisseld met portretten van huidige bewoners en vooral een grote hoeveelheid zeer gevarieerd beeld (van paginagrote dronefoto’s tot seizoensreeksen vanaf één locatie) die de landschappen en het leven in het Wageningse buitengebied in al hun veelkleurigheid laten zien.
Witte raven in de bouwcultuur
Stuurmanskunst is de titel van het juryverslag van de Gouden Piramide, de rijksprijs voor opdrachtgeverschap 2020. Het boek is in de eerste plaats een presentatie van de winnende, de genomineerde en de net-niet genomineerde inzendingen – spoiler alert: de winnaar is projectbureau Ooijen-Wanssum met de gelijknamige gebiedsontwikkeling. Die inzendingen zijn al rijk en inspirerend genoeg om het boek aan te schaffen (gratis via www.goudenpiramide.nl). Daarnaast staat in het boek het traditionele essay van de (pas teruggetreden) Rijksbouwmeester Floris Alkemade. Die schetst geen rooskleurig beeld van de huidige bouwcultuur: ‘Ambitie ontmoet barrières die niet gemakkelijk opzij te schuiven zijn. Financiële kaders hebben per definitie het grootste gelijk aan hun zijde, hoe beperkt en krap ook opgezet. (...) Er is niks mis met doelmatigheid, maar als de blik uitsluitend gericht is op rendement op korte termijn, wordt het een masker voor verspilling.’ Om vervolgens, zoals we Alkemade kennen, te pleiten voor verbeeldingskracht en schoonheid. Dat dat opnieuw is gelukt met deze parade van projecten voor de Gouden Piramide, is geen teken van rijkdom, maar een vlucht witte raven die opdrachtgevers inspireren en aanmoedigen om hun nek boven het maaiveld uit te steken.
Project masterplan voor rivierlandschap
Locatie Shenzhen, China
Ontwerpers VenhoevenCS en HOPE Design
I.s.m. Huadong Engineering Corporation Limited
Opdrachtgever Shenzhen Bao’an District Water Bureau
Oppervlakte 73,6 hectare
Ontwerp 2021-2023
Met stadsnatuur aan weerszijden van de rivier wordt het dichtbevolkte stadsdeel Bao’an in de Chinese miljoenenstad Shenzhen klaargestoomd voor de toekomst. Door de aanleg van vijvers, nieuwe parken, wetlands en ‘zachte’ oevers krijgt de stenige en dichtbebouwde omgeving voldoende bufferruimte om extreme regenval op te vangen en overstromingen te voorkomen. Althans, dat lees je in het masterplan dat het Nederlandse architectuur- en stedenbouwbureau VenhoevenCS maakte met het lokale HOPE Design.
De vergroening van de rivieroevers van de Pailao is gebaseerd op de natuurlijke dynamiek van de laaggelegen en subtropische delta waarin de stad Shenzhen ligt. In het ontwerp zijn ook de openbare ruimte en omliggende wijken meegenomen door een natuurlijke inrichting of de aanleg van groene daken. Daarnaast stellen de ontwerpers voor om het vervoerssysteem om te gooien. Met meer openbaar vervoer, mobiliteitshubs en aandacht voor fietsen en wandelen zijn minder auto’s nodig – en dus minder asfalt en minder parkeerplekken.
LANDSCHAPSONTWERPER EN THEATERMAKER TOM STRUYF WOONT EN WERKT IN ANTWERPEN EN ROTTERDAM. DE NEDERBELG IS GEFASCINEERD DOOR WAT ONZE TWEE LANDEN BINDT EN VAN ELKAAR ONDERSCHEIDT.
IN DEZE VIERDE AFLEVERING: CORONALANDSCHAPPEN
In maart 2020 veranderde de wereld uur na uur, aan een tempo dat ons allemaal deed duizelen. Ik herinner me dat het begon met het advies om afstand te houden. Ik werkte op dat moment aan het ontwerp van een smal vlonderpad door moerassig gebied, en vond het komisch dat het pad in de nieuwe anderhalvemetersamenleving onmiddellijk onbruikbaar zou zijn. Terwijl ik destijds nog dacht dat we over enkele weken het normale leven weer zouden hervatten, waren er ook al ontwerpers die corona als ‘het nieuwe normaal’ hadden omarmd: met Shield bijvoorbeeld, een openbare designbank met een plexiglas scherm waardoor mensen veilig en toch dicht bij elkaar konden zitten. Ik moest hierom lachen, maar toen ik besefte dat het de ontwerpers menens was, raakte ik in de war. Shield was een antwoord op de noden van een realiteit die ik nog niet ernstig nam.
Het was pas het begin; we hadden nog niks gezien. In de weken en maanden die volgden, wenden we langzaam aan het onvoorstelbare. Wat eerder absurde ingrepen in de publieke ruimte hadden geleken, werden in no-time de regel. We raakten vertrouwd met de realiteit van pop-up coronalandschappen. In gedachten nam ik vaak een foto van onze nieuwe werkelijkheid, spoelde terug naar pre-coronatijden en toonde de foto aan mensen met de vraag: ‘Wat denk je dat hier aan de hand is?’ Intussen houden we al bijna twee jaar afstand. Corona is een adequate architect gebleken, die de ruimte indeelt met lijnen en stippen en ons tot op de centimeter choreografeert. Hij speelt op veilig en dat is wellicht terecht, maar ik vind dat we ons als ontwerpers wat forser mogen mengen in de strijd. Onze schone, gedesinfecteerde omgeving doet een enorm appèl op het verbeeldingsvermogen en smeekt om fantasierijke, ruige, grappige alternatieven – nog steeds veilig, maar ook en vooral verbindend in plaats van afstand creërend.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.