Eervolle vermelding
Drie vragen aan …
Dit nummer van het Blauwe Kamer e-zine staat in het teken van de KuiperCompagnons Graduation Awards, die eerder deze maand zijn uitgereikt tijdens een feestelijke bijeenkomst op de HAS in Den Bosch. Bij de bachelorprojecten ging de eerste prijs naar stedenbouwkundig ontwerper Sara Winters van de Breda University of Applied Sciences. Bij de masters viel landschapsarchitect Lieke Jildou de Jong van de Academie van Bouwkunst Amsterdam in de prijzen.
In ons septembernummer presenteerden we de 32 beste afstudeerplannen van bachelor- en masterstudenten in de stedenbouw en landschapsarchitectuur. Deze zijn door tien ontwerpopleidingen aangereikt en in oktober beoordeeld door de zogenoemde Club van 30, een gevarieerd gezelschap van professionals en vakgenoten. Zij brachten hun stem uit door voor de bachelorprojecten een top 2 en voor de masterprojecten een top 3 in te dienen. Dit resulteerde in een lijst met nominaties met acht master- en vier bachelorprojecten. Hieruit wees een tweekoppige jury, bestaande uit voorzitter Gijs van den Boomen en Rijksadviseur Jannemarie de Jonge, winnaars en eervolle vermeldingen aan.
Landschapsarchitect De Jong kreeg de eerste prijs voor haar ontwerponderzoek naar ‘zoetwatererven’ in Groningen. Haar voorstel is om lege boerenerven te gebruiken voor de opvang en infiltratie van overtollig regenwater, waardoor ondergronds de capaciteit van de zoetwaterlens wordt hersteld. Bovengronds gelden de onbewoonde watererven als natuurzones voor insecten en dieren. Sommigen zijn toegankelijk en bieden wandelaars ontspanning en ruimte voor contemplatie.
Tweede prijzen gingen naar de Wageningse alumnus Emmelie van Ommen voor haar ontwerpstudie naar toekomstige dijklandschappen aan de Zeeuwse kust en de Amsterdamse landschapsarchitect Niek Smal voor zijn voorstel om in Noord-Holland de zoetwatervoorziening te herstellen. Een eervolle vermelding was er voor Umut Türkmen van de Rotterdamse Academie. Embedded op de Zuidas – hij huurde er 1,5 jaar een kantoor – legt Türkmen weerzinwekkende patronen bloot en draagt hij oplossingen aan voor veelal sociaal-economische tegenstellingen.
Het winnende bachelorproject van Sara Winters gaat over het kindvriendelijk maken van de Venserpolder in Amsterdam-Zuidoost. Door het perspectief van het kind als uitgangspunt te nemen – ooghoogte is 90 centimeter – komt Winters tot een rijke set aan ingrepen om de buurt te verbeteren. Volgens de jury hanteert Winters legitieme ingrepen, zoals het doorbreken van de bouwblokken en de verdiepte ligging van de binnentuinen. Door haar benadering maakt Winters de buurt niet alleen aangenamer voor kinderen, maar voor iedereen.
De tweede prijs ging naar landschapsontwerper Chris Pluymackers van Van Hall Larenstein. Hij bedacht een ringconcept om het Kromme Rijnlandschap rondom Utrecht te ordenen en ‘veilig’ te stellen.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
De organisatie en uitreiking van de Graduation Awards
kwam mede tot stand met financiële steun
van sponsor en naamgever KuiperCompagnons.
Lieke Jildou de Jong werd door het winnen van de eerste prijs aan het denken gezet. ‘Ik heb zo lang aan dit project gewerkt, dat het voor mij zo vanzelfsprekend is. Maar doordat zoveel vakgenoten (de leden van de Club van 30, red.) het positief beoordelen, ben ik me gaan afvragen: wat heb ik eigenlijk zo goed gedaan?’ Inmiddels heeft ze wel een idee. ‘Ik lees in het juryverslag dat mijn project gelaagd is. Ik leg een landschapsstrategie voor de regio neer, maar laat ook zien hoe de door mij bedachte zoetwatererven er op inrichtingsniveau uitzien.’ Na een moment: ‘Overigens is dat voor mij een logische handelswijze, zo werkt mijn hoofd nu eenmaal.’
De Jong doelt daarmee op haar vooropleiding aan kunstacademie in Utrecht, waar ze tijdens de studie productontwerp leerde om eerst vragen te stellen. Is een product wel nodig? Wat kunnen we met het bestaande? Is een andere organisatie niet veel beter? De Jong: ‘Die insteek zie je terug in mijn afstudeerproject. Ik richt me op de lege erven die er al zijn en probeer ze een tweede leven te geven.’
Die erven liggen in Groningen, de provincie waar De Jong opgroeide en na 17 jaar afwezigheid onlangs terugkeerde. ‘Tijdens mijn studie landschapsarchitectuur aan de academie in Amsterdam heb ik via het schrijven van papers geprobeerd de streek te doorgronden. Wat gebeurt daar? Wat is het effect van de aardbevingen? Ik leerde dat het landschap door leegloop, het verdwijnen van boerderijen en schaalvergroting aan kwaliteit inboet.’ Maar ze ontdekte ook dat in watertechnische zaken als bodemdaling en verzilting kansen liggen om het krimpgebied weer van waarde te laten zijn. ‘Door zoetwatererven te maken voor de opvang van overtollig regenwater, deel ik slechts speldenprikken uit die het kenmerkende cultuurlandschap nauwelijks aantasten. Maar als systeem hebben ze veel impact, door oplossingen te bieden voor grote vragen als watergebrek en andere vormen van landbouw.’
Nu ze zelfstandig aan het werk is, rest de vraag of De Jong een zoetwatererf gaat aanleggen. Dat valt niet mee, weet ze. ‘Mijn idee vergt nogal wat. Benodigde gronden zijn in handen van particulieren, de aanleg van een ingenieus watersysteem is kostbaar. Het zou al mooi zijn als we een pilot konden starten, om te kijken of het echt werkt en zo anderen te overtuigen.’
Afstudeerder Lieke Jildou de Jong
Project Zoetwatererven op zilte zeebodem
School Academie van Bouwkunst
Opleiding Landschapsarchitectuur
Begeleiding Marieke Timmermans (mentor), Floris Alkemade en Mirte van Laarhoven. Toegevoegd voor examen: Yttje Feddes, Peter Lubbers
Marie-Laure Hoedemakers, landschapsarchitect en lid van de Club van 30
Minder afhankelijk van het IJsselmeer
De provincie Noord-Holland staat het komende decennium voor een ongekende opgave. Door klimaatverandering is de betrouwbaarheid van haar voornaamste zoetwaterbassin, het IJsselmeer, in het geding. De provincie, met agrariërs als de belangrijkste en meest veeleisende watergebruikers, kan niet functioneren zonder de aanvoer van grote hoeveelheden zoet oppervlaktewater. In dit afstudeerplan zijn het huidige watersysteem en de onderliggende landschapstypen richtinggevend voor de opdeling van Noord-Holland. Per regio worden specifieke oplossingen aangerijkt om ‘zoetwaterverslaafd Noord-Holland’ van de ‘tap’ te halen. Daarnaast wordt de strategie ingezet als vliegwiel om ook overige opgaven aan te pakken, zoals bodemdaling en de energie- en landbouwtransitie. Een belangrijke ingreep is de opdeling van het boezemsysteem in een zoet en een zout deel. Dit spaart veel zoet oppervlaktewater uit dat anders ingezet zou worden om veengebied nat te houden.
Afstudeerder Niek Smal
Project Watertrots. Een duurzame toekomst voor zoetwaterverslaafd Noord-Holland
School Academie van Bouwkunst
Opleiding Landschapsarchitectuur
Begeleiding Roel van Gerwen (mentor), Jorryt Braaksma en Hank van Tilborg.
Toegevoegde voor examen Yttje Feddes en Marit Janse
Kwaliteit van landschap als de zee stijgt
Zeespiegelstijging is een ernstig gevolg van klimaatverandering en kan landschapskwaliteiten bedreigen. Op dit moment zijn er weinig studies vanuit de landschapsarchitectuur die focussen op de integratie van landschapskwaliteit en de adaptatie van zeespiegelstijging. Daarom is het doel van dit onderzoek om te begrijpen hoe met het stijgen van de zeespiegel bestaande landschapskwaliteiten kunnen worden behouden of versterkt. Het project identificeert huidige en toekomstige landschapskwaliteiten en knelpunten. Dit resulteert in doelen om de waterveiligheid te vergroten, getijdenatuur te behouden, verzilting te verminderen en de beschikbaarheid van zoetwater te vergroten. De aanpak van ontwerpen en testen werd net zo lang herhaald totdat er een definitief ontwerp was. Daarbij zijn vier typologieën gecreëerd: de superdijk, het getijdebeschermingssysteem, de slibmotor en de nieuwe landwaartse getijdenatuur. Algemene bevindingen zijn dat het ontwerp wordt bepaald door de ondergrond, de gebruikte maatregelen, de ruimtelijke opzet van het landschap, het landgebruik en de landschapsidentiteit.
Afstudeerder Emmelie van Ommen
Project Principles to generated Quality Landscapes impacted by Uncertain Sea Level Rise
School Wageningen University
Opleiding Landschapsarchitectuur
Begeleiding Joao Cortesao en Mark Zandvoort
Wie ontwerpt de keerzijde van welvaart?
In een groot kantoorpand op de Zuidas bemachtigt Umut Türkmen een kantoorruimte en start hij een odyssee door ‘moneyland’. Ruim een jaar lang begeeft hij zich bij wijze van spreken middenin een financiële transactie, waar geen gebrek is aan kapitaal. Hij zwerft door het kantorencomplex, verzamelt informatie en schaduwt verschillende gebruikers. Na verloop van tijd ontdekt hij weerzinwekkende sociaal-ruimtelijke verhoudingen. Terwijl flitshandelaren miljoenen verdienen door achterover te leunen, schrobben de schoonmakers desolate kantoorvloeren. Van dichtbij ziet hij hoe de rijken nog rijker worden en de Zuidas tegenstellingen vergroot. Maar deze ontwikkeling kent een keerzijde: een deel van de gebruikers wordt uit het kantorencomplex verdrongen en raakt economisch vervreemd. Deze nieuwe vorm van extreme ongelijkheid werpt vragen op. Amsterdam en met name de Zuidas is een symbolische plek geworden voor winnaars. Maar wat wordt de plek van de verliezer? En welke architecten en stedenbouwkundigen voelen zich geroepen om de keerzijde van welvaart te ontwerpen? Het project laat zich lezen als een morele oproep en pleit voor de herrijzing van weldadige stedenbouw op Europees niveau.
Afstudeerder Umut Türkmen
Project Free zones above moneyland
School Rotterdamse Academie van Bouwkunst
Opleiding Stedenbouw en architectuur
Begeleiding Wouter Veldhuis, Francesco Garofalo (mentoren), Mike Emmerik en Willemijn Lofvers. Toegevoegd voor examen: David Mulder van der Vegt
Het thema van de 12e editie van de Eo Wijersprijsvraag is WAAR WIJ WILLEN WONEN, geïnspireerd op het Verkadealbum ‘Waar wij wonen’ uit 1937 van schrijver, onderwijzer en
natuurbeschermer Jac. P. Thijsse. De studieregio's zijn: Achterhoek, Oostelijk Flevoland, Rijn-Maasmonding en Midden Zeeland. Heb jij ideeën hoe stikstofreductie en
klimaatadaptatie samen een hefboom kunnen zijn om onze steden en landschappen klaar te stomen voor een aantrekkelijke toekomst? Een visie op hoe onze omgeving eruit kan zien als
we deze opgaven in samenhang oplossen? Een beeld van het Nederland 'Waar wij willen wonen'?
Doe dan mee!
Inzenden voor de eerste ronde kan tot 11 januari 2023, 12.00 uur. De teams die doorgaan naar de tweede ronde krijgen een vergoeding van € 15.000,-. In de tweede ronde werken
geselecteerde teams in dialoog met de regionale opdrachtgevers de opgave verder uit.
Foto's Nadine van den Berg
Rick ten Doeschaete, architect en lid van de Club van 30
Sara Winters ziet de eerste prijs die ze kreeg voor het kindvriendelijk maken van Amsterdamse Venserpolder vooral als erkenning. ‘Het is fijn dat wat ik heb gedaan blijkbaar als relevant wordt gezien. En dat deze keuze voor een specifiek onderwerp gewaardeerd is.’ Met dat laatste doelt ze op haar besluit om de kinderen van Venserpolder tot haar voornaamste doelgroep te rekenen, iets wat nog altijd niet vanzelfsprekend is. ‘Voor mijn afstudeerproject heb ik een uitvoerige analyse gemaakt van stedenbouwkundige projecten uit het verleden, zoals Haagse Beemden en de Spaarndammerbuurt in Amsterdam. Daaruit bleek dat kinderen vaak niet waren meegenomen in de onderliggende ontwerpprincipes. Natuurlijk was er wel oog voor speelplekken, maar op het niveau van de gehele wijk speelden de kleinste inwoners amper een rol. En dat is eigenlijk nog steeds zo.’
Terwijl, zo ontdekte Winters tijdens haar afstuderen, door het kind als uitgangspunt te nemen je tot plannen komt die veel meer belangen dienen. ‘Door in te zetten op een kindvriendelijke omgeving werk je ontmoeting in de hand, zorg je voor sport en beweging, voor verkeersveilige en schone straten. Dat leidt tot levendigheid en sociale cohesie – kortom, tot completere ontwerpen.’ Winters studeerde af bij het Amsterdamse stedenbouwbureau Urhahn, waar haar begeleiders haar aanspoorden om met gezichtspunten van het kind aan de slag te gaan. ‘Bij Urhahn deden ze al onderzoek naar dit onderwerp en het sprak me meer aan dan bijvoorbeeld klimaatadaptatie.’ Inmiddels werkt ze bij bureau Delva. Op de vraag of ze haar pleidooi voor het kindperspectief ook daar uitdraagt, antwoordt ze: ‘Ik heb het project in ieder geval tijdens mijn sollicitatie laten zien.’
Afstudeerder Sara Winters
Project Een verkleinde leefomgeving
School Breda University of Applied Sciences
Opleiding Urban Design
Begeleiding Wendy van Kessel en Levi Lanser
Redotto-RC® geeft vorm aan een bijzondere interpretatie van duurzaamheid. Met deze steen tonen wij de waarde van afval door deze zichtbaar te maken in hergebruik.
Geselecteerd bouw- en productieafval wordt grondstof met een visuele waarde. Beton- en kleiklinkers geven zo inspiratie aan nieuw design.
Kenmerken van deze bijzondere straatstenen zijn:
- Een frictie gefreesd oppervlak
- Gerecycled beton en kleiklinker split
- Gesloten kringloop
- Upcycling, milieu- en grondstoffen besparend
- Vorst- en strooizoutbestendig
- Veilige glijweerstand
En hierom onderscheiden met het Duitse label “Blauen Engel” voor ecologische producten. De Blauwe Engel garandeert dat een product het milieu minder belast en voldoet aan hoge
eisen op het gebied van de bescherming van de gezondheid – terwijl het dezelfde gebruiksgeschiktheid en kwaliteit heeft als andere producten.
VAN DE NVTL
Op vrijdag 18 november kreeg de NVTL er een buitengewoon lid bij: Yttje Feddes, medeoprichter van Feddes/Olthof Landschapsarchitecten. NVTL-voorzitter Ben Kuipers vertelde waarom. ‘Yttje Feddes geeft al veertig jaar invulling aan het vak en leverde waardevolle bijdragen, met mijlpalen die betekenis hebben voor het vak en in het onderwijs. Haar houding daarbij: geen lawaai maken maar wel veel teweegbrengen.’ Feddes zelf was zeer vereerd. ‘Waardering van je vakgenoten is het mooiste dat je kan overkomen.’
VAN BLAUWE KAMER
De presentatie van het Blauwe Kamer Jaarboek 2022 vindt plaats op zaterdagmiddag 10 december op het NRE-terrein in Eindhoven. Naast een inleiding door voorzitter van de selectiecommissie Esther Agricola, gaan we met stedenbouwkundige Ronald Rijnen in gesprek over de Eindhovense aanpak. Daarna nodigen we ontwerpers die met hun werk in het boek staan uit voor enkele korte gesprekken. De eerste exemplaren worden uitgereikt aan burgemeester Jeroen Dijsselbloem, Rijksadviseur Jannemarie de Jonge en de voorzitters van de NVTL en de BNSP Ben Kuipers en Stefan Bödecker. Voorafgaand aan de boekpresentatie zijn er verschillende excursies. Aanmelden kan hier.
Afstudeerder Chris Pluymackers
Project Verbonden en toegankelijk Kromme Rijnlandschap
School Hogeschool Van Hall Larenstein
Opleiding Opleiding Tuin- en landschapsinrichting (uitstroomprofiel strategisch ontwerp)
Begeleiding Cees Zoon, Rob Aben, Daniel Irving en Adrian Noortman
Een blauwgroene ring als basis
In de regio Utrecht neemt de druk op de ruimte toe wat leidt tot afname van de kwaliteit van het landschap. De schaal en landschappelijke kwaliteiten van het Kromme Rijnlandschap ten zuidoosten van Utrecht, vormen samen met het Utrecht Science Park de perfecte voedingsbodem voor een geleidelijke transitie naar een regeneratief landschap. Door het aanbrengen van een nieuwe ordening in het landschap wil dit afstudeerproject ruimte bieden voor nieuwe ontwikkelingen. Dit in combinatie met het waarborgen van bestaande kwaliteiten. Water krijgt weer een podium en wordt gebruikt als structuurdrager. Door vernatting ontstaat een blauwgroene ring waarbinnen water, cultuurhistorie, recreatie en natuur worden gecombineerd. De ring past haar bandbreedte aan om verschillende ‘parels’ in het landschap in zich op te nemen. Doel is het creëren van één robuust systeem, dat bestand is tegen de aanhoudende verstedelijking en versnippering tegengaat. In het hart van het landschap biedt een raster van landschapselementen een raamwerk waarbinnen toekomstige ontwikkelingen een plek kunnen krijgen. De landschappelijke transitie zal hand in hand gaan met de ontwikkeling van het grootste en meest natuurinclusieve kennislandschap van Nederland.
Henk Snel, stedenbouwkundige en lid van de Club van 30
Samen met Rijksadviseur Jannemarie de Jonge koos Gijs van den Boomen de winnaars van de KuiperCompagnons Graduation Awards.
Wat viel dit jaar op?
‘De afstudeerders pakken nog steeds wel grote vraagstukken bij de kop – zoals klimaat, verstedelijking en landelijk gebied – maar het is minder meeslepend en radicaal dan bijvoorbeeld vorig jaar. Ze zoeken het dichter bij huis en houden het bij tastbare en concrete opgaven. Ook de durf om via het afstudeerproject ongebaande paden te bewandelen ontbreekt grotendeels.’
Waar hebben jullie op gelet?
‘Vooral op het type opgave – actualiteit, relevantie – en of een afstudeerder in staat is om de complexiteit van hedendaagse vraagstukken te ontrafelen, om vervolgens met een logisch voorstel te komen. De onderzoekende kant achten we van belang, de nieuwsgierigheid en de wil om je ergens in vast te bijten. De ontwerpstap daarna – het testen van concepten, het uitwerken van een idee naar een ontwerp – is evenzo belangrijk.’
Hebben jullie nog een aanbeveling voor de opleidingen?
‘We zien het afstuderen als een vrije ruimte waar ontwerpstudenten wellicht voor het laatst hun fascinatie mogen volgen. Toch vinden we dat er meer aandacht mag zijn voor de governance-kant. Hoe verhoudt een ontwerp zich tot de context van politiek, economie en maatschappij? Dat betekent niet dat plannen direct uitvoeringsgericht moeten zijn – dat kan immers ten koste gaan van de poëtische kracht – maar ze moeten wel voorstelbaar zijn.’
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.