Project in beeld
Ondertussen in …
Beeldessay
Het is een bijzonder fragment. Architect Moshé Zwarts die in 1987 bij het middagprogramma Avro Service Salon vertelt over hoe we in 2050 zullen wonen. Als presentator Amanda Spoel vraagt hoe we dan winkelen, zegt Zwarts: ‘Je kan dan vanuit huis je jurk bestellen. Die wordt dan bezorgd, niet via busjes maar door een hoogtechnologisch bezorgsysteem.’ Een architect bij een zeker door vrouwen veelbekeken tv-programma – kom daar nu maar eens om. Het illustreert de belangrijke positie die architectuur en ontwerp lange tijd hadden in de Nederlandse samenleving, en die ook blijkt uit de expositie Nederland op de tekentafel in het Nieuwe Instituut en waarvan we in dit e-zine een voorproefje hebben.
Op deze expositie zijn meer tv-fragmenten te zien. En dan met name van misschien wel de grootste ontwerpmanifestatie ooit: het door Dirk Frieling opgezette Nieuw Nederland. Daarin werkten tientallen ontwerpers (waaronder dus ook Moshé Zwarts) samen aan vier toekomstscenario’s voor de inrichting van het land in 2050. Hun bevindingen waren in 1987 te zien op een grootse tentoonstelling in de Beurs van Berlage, die hoogst
persoonlijk door toenmalig premier Ruud Lubbers werd geopend. Het doel van deze ontwerpexercitie klinkt ons bekend in de oren: de ruimtelijke keuzes die toen voorlagen voor politiek en publiek inzichtelijk maken.
In de fragmenten – uit het NOS-journaal, uit Van Gewest tot Gewest – zien we landschapsarchitect Han Lörzing vertellen dat in een van de scenario’s Eindhoven zal uitgroeien tot een geduchte concurrent van de Randstad. In een ander shot legt een jonge Riek Bakker uit waarom het normaal is om de Groningers meer te laten profiteren van de gasbel in hun bodem. En op de vraag van een journalist of al die scenario’s en ontwerpen geen luchtfietserij zijn, zegt de toen 50-jarige Frieling: ‘Laat ik duidelijk zijn: dit zijn geen voorspellingen, maar krachtige verbeeldingen van hoe het mogelijk kan zijn.’
Ik wens u fijne dagen.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Nadat de geplande herontwikkeling van de Vlissingse scheepswerf tot stadswijk tijdens de financiële crisis van 2014 spaak liep, koos de gemeente voor een stapsgewijze aanpak. Hiervoor werd het Rotterdamse Buro Maan in de arm genomen. Crux van hun benadering: goede en aangename openbare ruimtes creëren om daarmee vastgoed- en andere gebiedsontwikkelingen aan te jagen. Daarbij hanteren de ontwerpers een vooraf vastgestelde gebiedsidentiteit. Iedere brug, park, informatiebord of bank is ontworpen in de geest van deze maritieme plek. De resultaten worden stap voor stap zichtbaar. Van twee nieuwe bruggen (de Dokburg en de Oversteek) tot nieuwe kades en pleinen tot een stadspark op een voormalige scheepshelling.
Project Scheldekwartier
Locatie Vlissingen
Ontwerper buro MA.AN
I.s.m. gemeente Vlissingen, IV Infra, Arcadis, ZEC
Opdrachtgever gemeente Vlissingen
Omvang 32 hectare
Periode van ontwerp vanaf 2015
Periode van realisatie vanaf 2017
VAN DE NVTL
In de driewekelijkse rubriek ‘5 vragen aan’ laten we onze leden aan het woord. Leden die al jaren lid zijn, nieuwe leden, studentleden, commissieleden en bureauleden – van tuinontwerpers tot landschapsarchitecten. Je kunt alle voorgaande verhalen hier teruglezen. Wil je ook een keer jouw verhaal delen of wil je iemand voordragen? Stuur ons een mail.
VAN BLAUWE KAMER
Deze week viel ons decembernummer op de mat. Hierin opgenomen het Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2023. Deze publicatie is ook verkrijgbaar als boekhandelseditie met stofomslag. Benieuwd? Klik hier.
Stikstoflandschap
Wie nog denkt dat het stikstofprobleem in de landbouw is op te lossen door een sanering van de veestapel in combinatie met een paar slimme technische innovaties, kan ik het boek Gesloten vanwege stikstof (€ 19,90) aanraden. Het stikstofprobleem is niet zozeer een onbedoeld bijeffect van een overproducerende veehouderij, stelt de Wageningse emeritus hoogleraar rurale sociologie Jan Douwe van der Ploeg. Wel is het een kernsymptoom van een hardnekkig in stand gehouden mythe van een ‘optimale landbouw’. Tot in de jaren 60 overheerste in Nederland een boerenlandbouw waarin het geleidelijk ontwikkelen van het eigen bedrijf in samenspel met de natuur de trots van de boer was. Sindsdien is een ‘koploperbedrijf’ ontstaan en is groeien een doel op zich, gedreven door externe inputs (kunstmest, krachtvoer, kapitaal, kennis). Deze koploperbedrijven, betoogt Van der Ploeg, zijn losgekoppeld van natuur en samenleving. In plaats daarvan zijn ze verbonden met de astronomische financiële belangen van bedrijven en banken, met belangenorganisaties, politieke partijen en de Wageningse wetenschap – al dan niet in het gareel gehouden door soms gewelddadig en intimiderend boerenverzet. De analyse van het probleem en het krachtenveld stemmen niet vrolijk, maar Van der Ploeg schotelt ook een uitweg voor. In de kern pleit hij voor herwaardering van het boerenvakmanschap en herstel van de koppeling van veehouderij met natuur en samenleving. De overheid moet boeren en samenwerkingsverbanden controleerbare en afrekenbare (stikstof)doelen geven, en ze zelf laten bepalen hoe ze die bereiken. Dat scheelt miljarden aan saneringskosten en stimuleert verantwoordelijkheid en vakmanschap onder boeren die met minder stikstofinput toch – zo blijkt uit onderzoek – goede bedrijfsresultaten kunnen halen. Uiteindelijk is dat ook het beste voor het landschap. In plaats van een landelijk gebied met postzegeltjes peperdure natuurgebieden in een groene woestijn van Engels raaigras, is het biodiverse cultuurlandschap dan een hoogwaardig bijproduct van een vitale landbouw. Nu nog de formerende partijen overtuigen.
Power to de buurt
Think global, act local. Dat is het motto van het boek Nu aan de buurt – Nieuwe energie eerlijk verdeeld (gratis als PDF te downloaden): hoe dragen Amsterdamse buurten een steentje bij aan de strijd tegen klimaatverandering? Het is de afscheidspublicatie van Stad-Forum, een onafhankelijke denktank die de gemeente Amsterdam de afgelopen tien jaar adviseerde over stedelijke ontwikkeling. In deze laatste publicatie probeert de organisatie met inspirerende voorbeelden te laten zien hoe de energietransitie van onderaf – op buurtniveau – klimaatverandering en sociale rechtvaardigheid kan verbinden. De bundel biedt met interviews, essays, tien casebeschrijvingen, een fotokatern en een achtergrondverhaal een wat caleidoscopische blik op het onderwerp. En de waarschuwing dat politici en beleidsmakers in hun dadendrang te veel op de korte termijn denken en daardoor een sterk versnipperd en soms veranderlijk beleid optuigen. Zoals het weer staken van de subsidie aan de ‘georganiseerde tegenspraak van Stad-Forum’ (aldus Linda Vlassenrood van het kernteam van de denktank).
Groene kern onder druk
Verandering. Dat is misschien wel de belangrijkste rode draad in de geschiedenis van het Groene Hart. Die conclusie dringt zich op in het boek Het Groene Hart – Wereld tussen steden (€ 49,95, ook leverbaar in het Engels). Het boek van onderzoeksbureau SteenhuisMeurs, vertelt het verhaal van duizend jaar geschiedenis van een van de meest geliefde landschappen van Nederland, geïllustreerd met foto’s, kaarten en historische prenten. Een geschiedenis van stapsgewijze ontginning van kleddernat veenmoeras, naar akkerbouw, turfwinning en later veeteelt. En natuurlijk bewoning in een kwetsbaar landschap van polders met sloten, dijken, kades, weteringen en wegen. Pas in 1958 werd de term Groene Hart gemunt. Een groene kern met inmiddels 700 duizend inwoners, middenin de stedenring van de agglomeratie Randstad – met zeven miljoen mensen. Deze groene kern staat onder druk door verstedelijking, verzilting, CO2-uitstoot (veen), bodemdaling, windmolens en zonneparken. Dat maakt een gebiedsbiografie als deze studie ook zo urgent. Het laatzien hoe een iconisch gebied in de drukke Randstad heeft kunnen ontstaan en voortbestaan. Maar het wijst er ook op dat het een gebied is dat altijd veranderingen heeft ondergaan. En dat keuzes voor de toekomst met respect voor het verleden de beste uitkomst bieden.
Ingenieursnatuur
In de rijke Nederlandse traditie van waterbeheer en landmaken zijn de Marker Wadden, een aangelegde eilandengroep in het Markermeer, een volgende stap. Hier zijn ingenieurs (in opdracht van Natuurmonumenten en het Rijk) aan de slag gegaan om land op te spuiten louter en alleen voor het op gang brengen van de natuur. Of beter gezegd, om leven te brengen in de dode plas water die het Markermeer was geworden. Ooit was het plan dit meer als afsluiting van Zuiderzeewerken in te polderen voor landbouwgrond, maar dat kwam er niet van door breed maatschappelijk verzet vanaf de jaren 70. In het omdijkte meer vertroebelde het water doordat het slib nergens heen kon. De aanleg en inrichting van de eilanden zijn in de eerste plaats een uitgekiende technische en ontwerpingreep. In het boek Marker Wadden – Natuur Bouwen Ontwerpen (€ 39,95, ook leverbaar in het Engels) schrijven stedenbouwkundigen Frans Ziegler en Marcel van der Meijs, en landschapsarchitect Rik de Visser over het ontwerpproces. Theo Baart brengt met zijn scherpe lens de esthetiek van dit ‘tussenland’ in kaart. En Frits Palmboom verbindt esthetiek, ontwerp en beleving, onder meer met fraaie handgetekende impressies. Zijn essay leest als de proof of the pudding. Hij verwondert zich over de kracht van het ontwerp en over de vitaliteit van de natuurlijke processen. Maar het blijft mensenwerk: ‘Het (...) paradoxale karakter van het Marker Wadden-project (...): enerzijds levert het de bezoeker een ervaring op van onbegrensde ruimte en natuur; anderzijds steekt de dominante rol van de mensen op allerlei manieren de kop op.’ Ik zou zeggen: ga er vooral zelf een keer kijken.
De stad als wicked problem
Een stad is veel meer dan een plek om prettig te wonen. De stad is als een levend organisme verbonden met zijn omgeving, de hele wereld zelfs, voor zijn inputs en door zijn afval. De stad is de plek waar energie wordt gebruikt, maar ook kan worden opgewekt. Waar klimaatverandering wordt aangejaagd door vernietiging van de natuurlijke omgeving, verstening en energiegebruik – maar daar juist ook oplossingen voor kan bieden. De stad waar mensen, dieren en planten leven in een onnatuurlijke omgeving waar vuil, hitte en sociale problemen zich neigen op te stapelen. De stad als wicked problem dus, waar de oplossing voor het ene probleem het andere aanjaagt. Dat is het perspectief van de publicatie The city as a system – Metabolic design for new urban forms and functions (€ 27,50, een samenwerking met het lectoraat Future Urban Regions van de zes academies van bouwkunst) De auteurs onderzoeken hoe dit perspectief via research by design een blik kan werpen op de stad van de toekomst – een gezonde, duurzame, aantrekkelijke en economisch vitale stad. Een hoofdrol is hierbij weggelegd voor het benutten van data om de onderliggende systemen van de stad in kaart te brengen en te sturen. Met tweegesprekken, essays en een prikkelend beeldessay van kunstenaar-fotograaf Roosje Verschoor.
Project stadspark in rivierbassin
Locatie Dar es Salaam, Tanzania
Ontwerpers DASUDA, VE-R landscape architecture & urbanism, CDR International
I.s.m. Norplan Tanzania, Deltares
Opdrachtgever President’s Office for Regional and Local Government, Wereldbank
Oppervlakte 400 hectare
Periode van ontwerp 2021-2023
Realisatie vanaf 2024
In Dar es Salaam moet een reusachtig stadspark komen. Ruim 400 hectare met boulevards, een festivalterrein, sportvelden, 80 duizend vierkante meter bos en zeker 4000 grote bomen. Plus 15 duizend nieuwe woningen, fiets- en wandelpaden, wetlands en mangrovebossen, en plekken voor stadslandbouw. Deze enorme groene gebiedsontwikkeling – niet eerder vertoond in Afrika – is vooral bedoeld om te voorkomen dat de inwoners van het stenige en dichtbebouwde centrum geplaagd worden door wateroverlast en overstromingen tijdens zware regenbuien. Het rivierpark moet bovendien op hete dagen voor verkoeling zorgen en is een welkome openbare ruimte in de dichtbevolkte stad. De groenstructuur biedt tegenwicht tegen de ongebreidelde verstedelijking die deze miljoenenstad sinds jaren kenmerkt.
De tentoonstelling Nederland op de tekentafel geeft bezoekers een inkijk in de rijke traditie van het ruimtelijk ontwerp. Hoe ontwerpers omgingen met de opgaven van hun tijd, de oplossingen die ze zagen, en hun wereldbeelden. Zo hangen er de vier toekomstscenario’s uit de befaamde manifestatie Nederland Nu Als Ontwerp die als speciale tentoonstelling in de Beurs van Berlage te zien was. Ook te bekijken: een fraaie houtskoolschets uit 1969 van landschapsarchitect Nico de Jonge, een vogelvluchttekening voor de Vinex-wijk Ypenburg door Frits Palmboom, de in 1948 door Cornelis van Eesteren getekende verkaveling voor de Noordoostpolder en het Eindhovense stadsuitbreidingsplan uit 1930 van Joël Meijer de Casseres. Opvallend genoeg blijken de opgaven in al die plannen hetzelfde als nu: bevolkingsgroei, milieu, energievoorziening en wonen. Maar de houding waarmee ontwerpers de vraagstukken te lijf gingen is wel degelijk anders. De maakbaarheidsgedachte viert in veel plannen hoogtij, net als een oneindig vertrouwen in de technologie. Maar bovenal gloort in elke tekening optimisme, een onuitputtelijk geloof dat het in 2050 wel goedkomt.
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.