Toen Willem-Alexander in 2013 koning werd, verscheen het boekje Mijn droom voor ons land. Hierin delen tientallen burgers uiteenlopende wensen voor Nederland. In deze verzameling ook het plan van mijn vriendin Esther voor een ‘groen dakenlint’ om in Utrecht het Wilhelminapark aan de oostkant en het Maximapark in Leidsche Rijn met elkaar te verbinden. Tijdens de boekpresentatie op Paleis Het Loo mocht ze haar idee persoonlijk toelichten aan het koningspaar. Koningin Máxima liet duidelijk merken landschapsarchitectuur een fascinerend vakgebied te vinden, want ze kende Piet Oudolf. De koning vroeg of het dakenlint ook gemaakt gaat worden. Toen Esther zei dat dit waarschijnlijk onrealistisch zou zijn, riposteerde hij: ‘Durf te dromen!’
Het is in zekere zin, maar dan verpakt in andere bewoordingen wat ook Léon van Geest ons meegeeft in dit speciale e-zine over daklandschappen. Als directeur van de Rotterdamse Dakendagen voert hij ‘ontdekkingstochten’ uit over de onontdekte ruimtes die op onze gebouwen schuilgaan. Want, zo vertelt hij iedereen die het maar wil horen, we hebben al die lege daken nodig om onze steden gezond, duurzaam en aantrekkelijk te maken.
Niet dat daken nu onbenut blijven, maar veel ontwikkelingen beperken zich tot het gebouwniveau. Het zijn op zichzelf staande projecten, voor bijvoorbeeld de plaatsing van zonnepanelen, de aanleg van een daktuin of de bouw van een penthouse. Het is tijd, en dat is ook wat Van Geest bepleit, om het gebruik van onze daken als stedenbouwkundige opgave te zien. Hoe ontstijgen we het pandniveau en borgen we ook op het tweede maaiveld publieke ambities? Het gaat dan om de realisatie van aantrekkelijke openbare en collectieve ruimtes, het mengen van woontypen, de aanleg van wandelroutes en de aanwezigheid van voorzieningen. Alleen dan kan ‘verticale verdichting’ bijdragen aan de kwaliteit van de stad als geheel.
Het dakenlint van mijn vriendin zou hier niet in misstaan. Misschien goed om het idee van toen weer eens af te stoffen.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
Daken zijn ideale plekken om de hectiek van de stad te ontvluchten. We vroegen onze redacteuren:
waar ontsnap jij het liefst aan de drukke stad?
Judith de Blok (redacteur stedenbouw): ‘Het kan helemaal niet, want het door MVRDV ontworpen Didden Village is privédomein. Maar wat zou ik daar graag eens een keer genieten van de boomkronen en de Rotterdamse skyline die vanaf het terras als een schilderij aan mij getoond worden.’
Marc Nolden (redacteur landschapsarchitectuur): ‘Niet dat ik het zelf doe, maar een potje voetballen op het dak van de Ikea in Utrecht, tegen de achtergrond van alleen maar wolkenluchten, lijkt me een bijzondere ervaring. Daarbij: het schept op het maaiveld enorm veel ruimte voor andere dingen.’
Hester van Gent (redacteur stedenbouw): ‘Wat is er fijner dan bij het licht van de ondergaande zon en met uitzicht over een historische binnenstad genieten van goed gezelschap en lekker eten. Zoals hier bij De Dakkas in Haarlem.’
Daphne de Bruijn (grafisch vormgever): ‘Wie op de bovenste verdieping van het Veemgebouw in Eindhoven de hal uitstapt, loopt zo een alledaags straatje in – alsof je in de zoveelste woonwijk bent. Pas als je door een van de voordeuren iemands woonkamer binnenstapt, verraadt het panoramische uitzicht door de grote ramen dat je je op een hoog dak bevindt’
Je moet even je fantasie gebruiken om het voor je te zien: een stellage van staal, hout of beton waarin 24 huizen worden ‘gehangen’. Dit is een notendop het concept dat de ontwerpers van KAW bedachten om in Eindhoven tot vernieuwende woningbouwplannen te komen. De woningen staan op gestapelde bouwkavels die door opgetilde straten verbonden zijn. De huizen delen een verhoogde tuin. Het plan is onderdeel van Living Lab 040 waar geëxperimenteerd wordt met alternatieve vormen van verdichting. Het project komt tot stand in nauw overleg met bewoners. Door flexibele en demontabele units te gebruiken, kunnen zij gaandeweg de bouw aangeven wat wel en niet werkt. Hoe het karkas met hangende woningen er precies uit gaat zien, is dan ook pas over enkele jaren bekend.
Project hangende huizen
Locatie Eindhoven
Ontwerper KAW
I.s.m gemeente Eindhoven, provincie Noord-Brabant, AM, Sweco, Fontys, TU Eindhoven, Amvest
Opdrachtgevers Living Lab 040
Periode van ontwerp vanaf 2021
Beeld KaiserVR, Living Lab 040
VAN DE NVTL
Op 15 november wordt in Het Nieuwe Instituut het rapport Geheugen van het Ontworpen Landschap overhandigd aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het rapport is een toekomstbestendig perspectief op de archivering van de tuin- en landschapsarchitectuur. Ook wordt de tentoonstelling Tuinen van de toekomst geopend.
De feestelijke uitreiking van de NVTL Awards 2024 is op 28 november bij A Beautiful Mess in Amsterdam.
VAN DE BNSP
Het boek Onze plek - De cultuur van de leefomgeving - van Garrelsweer tot Groenstraat wordt op 6 november gepresenteerd. Voor deze publicatie gingen 16 ontwerpers in gesprek met mensen door heel Nederland over de kwaliteit en cultuur van hun leefomgeving. De bijeenkomst is in Het Nieuwe Institute en aanmelden kan hier.
VAN BLAUWE KAMER
Wat is jouw favoriete dak?
Of het nu een daktuin is, een opgetilde straat, een prachtig uitzicht of een verhoogd park – Blauwe Kamer is benieuwd naar jouw favoriete plek om de stad van boven te beleven. Dus deel je mooiste foto op Instagram (met @blauwekamer) of mail ‘m naar onze onlineredacteur Eva Vroom (dan maakt zij er een post van).
Op 14 november reiken we op de Breda University of Applied Sciences de jaarlijkse afstudeerprijzen uit. Dit jaar maken 34 afstudeerders van 11 ontwerpleidingen kans op de KuiperCompagnons afstudeerprijs voor het beste project van een master- en een bachelorstudent. Iedereen is van harte welkom, meld je wel even aan via info@blauwekamer.nl.
En voor in de agenda: de presentatie van het Jaarboek 2024 vindt plaats op 14 december in Ede. Nadere informatie volgt spoedig op blauwekamer.nl, maar noteer deze dag alvast in je agenda.
Project skihelling op energiecentrale
Locatie Kopenhagen, Denemarken
Ontwerpers Bjarke Ingels Group, SLA
I.s.m. Walltopia
Opdrachtgevers Amager Resource Center, Amager Bakke Foundation
Omvang 4,1 ha
Periode van ontwerp 2016-2019
Realisatie 2019
Spectaculairder vind je het niet: een skihelling op het dak van een fraai vormgegeven energiecentrale in Kopenhagen. Naast skiën biedt het dak bovendien ruimte aan wandelpaden en een 80 meter hoge klimmuur. Met deze opvallende plek voor vertier geven de architecten van Big uiting aan wat zij ‘hedonistische duurzaamheid’ noemen. Aan de ene kant is er de pure noodzaak om op andere manieren stroom en warmte te produceren. Dat gebeurt in dit geval door met filtertechnieken de uitstoot van schadelijke stoffen die vrijkomen bij de verbranding van huisafval te minimaliseren. Aan de andere kant willen stedelingen in hun vrije tijd onvergetelijke ervaringen opdoen. Door de functiecombinatie is de centrale niet langer een nutsvoorziening, maar een populaire bestemming in de Deense hoofdstad. Daarbij biedt het daklandschap nieuwe leefomstandigheden voor vogels, bijen, vlinders en bloemen.
Als directeur van de Rotterdamse Dakendagen vraagt Léon van Geest aandacht
voor de mogelijkheden die vele lege daken ons bieden.
Foto's Frank Hanswijk en Ossip van Duivenbode
Waarom is dat nodig?
‘Er is op onze daken ontzettend veel ruimte. Zeker in verdichte steden als Rotterdam kunnen we die ruimte goed gebruiken. Alleen lijken we ons daar niet van doordrongen. Bij architecten komt het steeds meer op de agenda, maar voor ontwikkelaars, beleidsmakers en ook het grote publiek is het geen vanzelfsprekendheid.’
Hoe komt dat?
‘Dat is lastig te zeggen. Ik vind het opvallend dat de aartsvader van de moderne architectuur, Le Corbusier, in zijn vijf principes voor goede architectuur het dak een prominente rol toedicht. Iedereen dweept met hem, maar niet met dat punt. Het is waarschijnlijk ook een financiële kwestie. Wie een nieuw appartementencomplex maakt, bekommert zich vooral om de kwaliteit van de woningen. Het dak staat vaak niet hoog op het prioriteitenlijstje. En de waarden die je op een dak kunt realiseren – leefkwaliteit, gemeenschapszin, biodiversiteit – zijn niet altijd makkelijk in geld uit te drukken.’
Veel dakprojecten zijn op gebouwniveau. Hoe maak je er een stedenbouwkundig vraagstuk van? ‘Het is hoe dan ook een stedenbouwkundige opgave. Natuurlijk vraagt elk dak om een specifieke aanpak, maar op stadsniveau kun je bepalen waarvoor je in een bepaald gebieden de daken gebruikt. Sommige daken zijn interessant als ecologische verbinding tussen groenstructuren, andere daken lenen zich voor wateropvang of energieopwekking. In het geval van woningbouw moet het niet alleen gaan om het vergroten van privéruimtes, maar moeten we dit zogenoemde “optoppen” combineren met goede buitenruimtes voor ontmoeting en groen.’
Publieke ruimtes op daken – het klinkt goed, maar hoe kom je er?
‘Veel hangt af van het beoogde gebruik. Als je een groot publiek wil trekken, bijvoorbeeld vanwege een park met horecagelegenheid, is een grote en brede trap buitenlangs essentieel. Maar dat is weer anders bij een kinderspeeltuin. Zulke kwesties, maar ook hoe je eigenaren meekrijgt en onderhoud regelt, zijn vragen die horen bij het verkennen van deze nieuwe ruimtes. Onze dakendagen zijn in feite een ontdekkingstocht om met elkaar uit te vogelen wat werkt en wat niet.’
Project campus voor school
Locatie Shenzhen, China
Ontwerper Li Xiaodong Atelier
Opdrachtgever Shenzhen College of International Education
Uitvoering The 3rd Division China Construction Corp.
Omvang 10 ha
Realisatie 2020
Foto’s UK Studio
Om op een stuk grond van slechts 20.000 vierkante meter een schoolcampus van bijna 10 hectare te huisvesten, besloten de architecten van Li Xiaodong Atelier de nieuwbouw van het Shenzen College of International Education op te bouwen uit verschillende lagen. In deze verticale campus zijn onderwijsgebouwen, slaap- en verblijfsvertrekken en sportvoorzieningen boven en onder elkaar gerangschikt. Bijkomend voordeel: door het gelaagde ontwerp, de transparante buitengevels en het vele groen is de luchtcirculatie optimaal. En dat is geen overbodige luxe in het warme en dompige stadscentrum van de Chinese miljoenenstad. Veel aandacht was er voor de 16 sportfaciliteiten, die op verschillende verdiepingen door het gebouwencomplex verweven zijn. Daardoor fungeren ze als speelse publieke ruimtes die aanzetten tot beweging en ontmoeting.
De industrieel ogende woontorens van de Groene Kaap in het voormalige havengebied van Katendrecht worden bijeengehouden door een groen daklandschap. De semipublieke tuinen en hoven zijn ontsloten door een wandelroute die start op het maaiveld van het naastgelegen Astanaplein. De ontwerpers van Bureau Massa en Lola hadden oog voor de beleving en het veiligheidsgevoel in dit opgetilde stuk stad. Overzicht en toezicht zijn cruciaal, net als de vormgeving van de overgangen tussen de woningen, de privétuinen, de semipublieke hoven en de rest van de stad. De verhoogde tuinen en hoven zijn mede het gevolg van slimme keuzes in het ontwerp. Zo staan de torens op zogenoemde basementen (met daarin commerciële ruimtes), en kwamen in het binnenterrein parkeergarages – zodat er bovenop genoeg dakoppervlak ontstond voor een tweede maaiveld.
Project daktuinen en -hoven op woningbouwcomplex
Locatie Rotterdam
Ontwerpers Bureau Massa, LOLA Landscape Architects
I.s.m. ROOT BV, EGM
Opdrachtgever Stebru i.s.m. Altera
Uitvoering Stebru
Periode van ontwerp en realisatie 2014-2021
Programma 450 woningen, commerciële ruimtes, parkeergarage, daktuinen en -hoven
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.