Project
Boekenlijst
Ondertussen in ...
Niet te missen ...
Als tijdschrift streef je naar een zo breed mogelijk blikveld. Maar u zult begrijpen dat in onze stukken sommige gebieden de boventoon voeren. Een snelle blik leert dat grote steden – in de
Randstad, Utrecht, Brabant – vaak voorkomen. In onder meer de e-zinerubriek Ondertussen in … kijken we weliswaar over de grens (deze keer een park in Moskou), maar tegelijkertijd blijven bepaalde
delen van Nederland een blinde vlek.
Dit is voor een deel onoverkomelijk – sommige gebieden liggen nu eenmaal minder scherp op het netvlies. Maar het zou jammer zijn om niet af en toe eens te inventariseren wat er in die gebieden
gebeurt. Door bijvoorbeeld eens enkele dagen rond te rijden in pakweg de Achterhoek, Oost-Brabant of Noord-Groningen. Vorige week had ik het geluk om in verband met een boekproject door Drenthe
te trekken. Op mijn reis trof ik pareltjes aan die in Blauwe Kamer niet zouden misstaan.
Bij het dorp Weiteveen bijvoorbeeld, op steenworpafstand van de Duitse grens en midden in de hoogveennatuur van het park Veenland, stuitte ik op een prachtige houten schaapskooi, ontworpen door Daad
Architecten. Het nieuwe erf – een week eerder geopend door koning Willem-Alexander – biedt plaats aan 1000 schapen, enkele runderen en de privéwoning van herder Luc Bos. De provincie Drenthe ziet
de plek als een toeristisch knooppunt, en dus staat even verderop een theehuis, ligt er een parkeerterrein en lopen er wandelpaden.
Herder Bos, een tengere man, met een lange grijze baard, wilde eigenlijk niets met het toeristengedoe te maken hebben, zo hoorde ik van Rob Hendriks die mij namens Daad rondleidde. Maar de
provincie stond erop dat bezoekers hier kennis kunnen maken met het reilen en zeilen van een schaapskudde. De ontwerpoplossing van Daad is even efficiënt als poëtisch. Het ensemble van erf en
gebouwen ligt verdiept onder een oplopend groen landschap, refererend aan de Drentse plaggenhutten die in vervlogen tijden uit het veen oprezen. Via de hellingen en loopbruggen kunnen bezoekers
de stallen in, terwijl onder hen herder Bos ongestoord zijn werk doet.
Toen ik Drenthe vrijdagavond verliet nam ik me voor dat we in 2019 die blinde vlekken maar eens moesten wegnemen. Een portret van Drenthe in een van de papieren nummers behoort in ieder geval tot
de mogelijkheden.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
De deltagoot was wellicht het meest indrukwekkende onderzoeksmodel in het Waterloopkundig Laboratorium, de plek in de Noordoostpolder waar tot 1996 internationaal onderzoek werd gedaan naar kustverdediging, waterlopen en havens. De 240 meter lange betonnen deltagoot – zeven meter breed, vijf meter diep – speelde een belangrijke rol in het onderzoek naar de haalbaarheid van de Oosterscheldekering, en werd gebruikt voor het testen van golfbrekers, offshore-constructies en kustbescherming.
De ontwerpers van Raaaf en Atelier de Lyon hebben de goot omgevormd tot kunstwerk. Het project is een eerbetoon aan de Deltawerken en markeert het einde van een roemruchte periode waarin het maakbaarheidsdenken de overhand had en de techniek gezien werd als de oplossing voor alle klimaatproblemen. Tegenwoordig wordt bij de aanpak van zeespiegelstijging en hogere rivierafvoeren steeds meer gebruikgemaakt van de natuurlijke dynamiek, door bijvoorbeeld rivierverruiming of duinvorming. Die omslag is hier zichtbaar: het is de bedoeling dat de deltagoot de komende decennia overwoekerd raakt.
Het zandlichaam waarin het bouwwerk verpakt was is afgegraven zodat de betonnen bak vrij staat in een ondiepe laag water. Her en der zijn delen van de wanden uitgezaagd en in verschillende standen teruggeplaatst. Zo zijn doorzichten ontstaan, via bruggen kunnen bezoekers het binnenste van de goot betreden.
Project kunstwerk in voormalig waterloopkundig laboratorium
Locatie Noordoostpolder
Ontwerpers RAAAF; Atelier de Lyon
Opdrachtgevers Natuurmonumenten; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Realisatie 2018
Foto’s Jeroen Bosch
VAN DE BNSP
Op 7 november vindt in Leeuwarden de laatste OmgevingsTour van de BNSP plaats. Het thema is deze keer: Krimp en leefbaarheid; wat moet decentraal en wat kan centraal geregeld worden? Met lunch, lezingen, workshops en een borrel ter afsluiting. Locatie: tentoonstellingsruimte Places of Hope in de Kanselarij, Turfmarkt 11 Tijd: 12.30-17.00. Voorafgaand aan de lunch wordt de tentoonstelling exclusief door de deelnemers aan de OmgevingsTour opengesteld. Aanmelding verplicht.
Op 30 november vindt de bijeenkomst Regio van de Toekomst | De Koers plaats. Regio van de Toekomst is ‘een ontwerpende verkenning naar het Nederland van later’ waarvoor, in het kader van de NOVI ontwerpers is gevraagd regionaal ontwerponderzoek te doen. Op deze bijeenkomst presenteren de ontwerpteams hun ‘storylines’. Locatie Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Tijd: 10.00-15.00
VAN DE NVTL
Op vrijdag 2 november organiseert de werkgroep DSO (Duurzame Stedelijke Ontwikkeling) van BNSP/NVTL een excursie naar BlueCity (Tropicana) in Rotterdam. BlueCity is een voormalig tropisch zwemparadijs en een testsite voor de circulaire economie.
Locatie: Maasboulevard 100, Rotterdam
Vrijdag 2 november, 14.45-16.45
Inschrijven verplicht, leden € 15,–, niet-leden € 25,–.
Op 14 november vindt de Ontwerpmarathon Next Landscape plaats. Teams van studenten gaan, onder leiding van professionals, met elkaar de strijd aan voor het meest innovatieve ontwerp voor de transformatie van havenbekkens in Rotterdam.
Locatie: Van Hall Larenstein, Larensteinselaan 26-A Velp
Woensdag 14 november 10.00-17.00
Meld je aan vóór 2 november
JAARBOEK 2018
Op 1 december presenteert Blauwe Kamer het Jaarboek landschaps-architectuur en stedenbouw 2018. Deze keer is de traditionele bijeenkomst in Tilburg. Het programma bestaat onder meer uit een driegesprek met Riek Bakker, Paul Achterberg en Jeroen de Willigen, een voordracht van onze columnist Christiaan Weijts en een inleiding door voorzitter van de selectiecommissie Joks Janssen. Locatie: Eve, Burgemeester Brokxlaan 1046 Tilburg.
Vanaf 15.00 uur.
Met vooraf een excursie door de Tilburgse spoorzone (aanmelden verplicht).
De nieuwe fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij het dorp Nigtevecht hangt hoog boven het water. Maar liefst tien meter was nodig om te zorgen dat binnenvaartschepen zonder problemen onder het bouwwerk door kunnen varen. Die hoogte vroeg om lange hellingbanen zodat fietsers comfortabel omhoog kunnen rijden. In het ontwerp zijn die banen zo ingepast dat het open polderlandschap rondom geen geweld wordt aangedaan. Aan de oostzijde van het kanaal heeft de hellingbaan een haarspeldvorm, aan de overkant loopt de baan parallel aan het water.
De 100 meter lange boogburg heeft een slanke vormgeving en is uitgevoerd in staal. Via trappen is brug toegankelijk voor voetgangers. Door het water loopt overigens een natuurverbinding. Daardoor kunnen dieren zwemmend van de Vinkeveense naar de Loosdrechtse plassen.
Project fietsbrug over Amsterdam-Rijnkanaal
Locatie Nigtevecht
Ontwerper ipvDelft; Bureau Waardenburg; Ballast Nedam (gezamenlijk vormden zij een consortium dat de tender won)
I.s.m. Jeroen Koot Constructie Advies; CSM Steelstructures en Stendess
Opdrachtgevers provincies Utrecht en Noord-Holland
Uitvoering Ballast Nedam
Ontwerp 2016
Realisatie 2017 – 2018
Uitvoeringskosten € 8,2 miljoen
PARELTJES VAN DE CRISIS
Terwijl de economische bomen alweer tot in de hemel groeien en de woningmarkt explodeert, zinderen de ontwerpvakgebieden nog na van de economische crisis. Zo keek de jury van de Gouden Piramide naar de inzendingen die dit jaar op de mat ploften. In zijn compacte essay in het juryverslag schrijft rijksbouwmeester en juryvoorzitter Floris Alkemade over de winnaar, ontwikkelaar Lemniskade Projecten (dat Patch 22 in Amsterdam ontwikkelde): ‘[Lemniskade Projecten] is een samenwerking van een architect en een bouwmanager die kans zagen hun eigen hoge duurzaamheidsambities te verwezenlijken in een tijd waarin reguliere opdrachtgevers een gat lieten vallen.’ De Gouden Piramide, een prijs voor opdrachtgevers, oogstte dit jaar dan ook vooral inzendingen van opdrachtgevers die voor de crisis nauwelijks de kans kregen – particulieren, ontwikkelende architecten, stichtingen, kleine ontwikkelaars. Momenteel worden hun vaak kleine, bijzondere projecten stuk voor stuk geoogst, met als gevolg de bijna liefkozende titel van het juryrapport Stofgoud (gratis te bestellen).
KEIZER VAN DE IJMOND
De IJmond heeft een haat-liefdeverhouding met de Hoogovens, tegenwoordig Tata Steel. Haat vanwege het enorme ruimtebeslag en de stevige luchtvervuiling. Liefde, omdat het verreweg de grootste
werkgever is in de regio en generaties er hun brood verdienden. Het hoogoventerrein is een stad op zichzelf, 750 hectare groot, met 100 kilometer spoorbanen, 80 kilometer wegen en 55 kilometer
transportbanden. Van dat soort feiten wemelt het boek Door staal gedreven – van Hoogovens tot Tata Steel 1918-2018 (Thoth, € 34,95). Het door een onafhankelijke redactie samengestelde jubileumboek over het
staalbedrijf verhaalt over de geschiedenis van het bedrijf, zijn invloed op de
omliggende gemeenten en zijn politiek-maatschappelijke betekenis. 100 jaar hoogovens vertelt zo ook in zekere zin het
verhaal van een eeuw industriële ontwikkeling in Nederland. De talloze foto’s, grafieken, tekeningen en kaarten nodigen uit om uren doorheen te bladeren.
VOLWASSEN POLDERDROOM
50 jaar geleden viel de polder van Zuidelijk Flevoland droog. Samen met het eeuwfeest van de Zuiderzeewet (1918) voldoende reden voor een monumentaal boek over de Flevopolders, moeten ze bij
uitgeverij Thoth hebben gedacht. De groene horizon – Vijftig jaar bouwen aan het landschap van de
Flevopolder (redactie Harma Horlings en Anita Blom,
€ 29,95, verschijnt 14 november) – behandelt in 186 pagina’s uitputtend de geschiedenis van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland, aan de hand van een minutieuze analyse van het ontworpen land door Yttje Feddes en Frits Palmboom en verhalen over onder meer het ontwerp, de bossen en de ‘wildernis’. Een genot zijn de historische ontwerptekeningen en foto’s en de zorgvuldige cartografie van het huidige land. Het boek stelt echter ook
indringend de vraagstukken van de
toekomst aan de orde. Wat hoewel je de polder kan zien als de ultieme rationalisering van een typisch Hollandse beheersdroom, inmiddels ligt er een landschap dat zijn pioniersstadium ver
achter zich heeft gelaten. De
vraagstukken zijn hedendaags: bodemdaling, klimaatverandering, recreatie, energietransitie en de hoog oplopende controversie over het beheer van de grote grazers in de
Oostvaardersplassen. Want niet alleen is het landschap volwassen, ook de tijd dat deskundigen hun wil konden opleggen aan mens en landschap hebben we gevoeglijk achter ons gelaten.
EUROPESE TOPONTWERPEN
De vijfde editie van Landscape Architecture Europe heeft als motto meegekregen care / create / act (Blauwdruk en LAE Foundation € 29,50, Engelstalig). De internationale selectiecommissie legde de nadruk op projecten die ingaan op actuele
vraagstukken: care, duurzaam voor de omgeving, de mensen en erfgoed; create, vernieuwing door innovaties, experimenten en onderzoek en
act, dat zich focust op de veranderende rol van de ontwerper. Van dat laatste kijken wij in Nederland niet meer op – lange termijn, grootschalige processen, nieuwe
allianties – maar elders in Europa staat dat nog in de kinderschoenen. De commissie koos 48 projecten uit voor het boek uit ruim 200 inzendingen. Naast een aantal bekende ontwerpen uit Nederland
(zoals De Ceuvel en Ruimte voor de Rivier) blijft er genoeg moois uit de rest van Europa over om te genieten, en om je te laten inspireren door Europese vakgenoten.
Project Park op voormalig industrieterrein
Locatie Moskou, Rusland
Ontwerper !Melk
Opdrachtgever LSR Group
Oppervlakte 10 ha
Ontwerp 2016 – 2017
Oplevering 2018
De Russische hoofdstad Moskou is een stadspark rijker. Op het terrein van een oude autofabriek ontwierp de Nederlandse landschapsarchitect Jerry van Eyck – oprichter en eigenaar van het Amerikaanse bureau !melk – een plek waar de Moskouse bevolking kan vertoeven en ontspannen.
Het industrieverleden vormde zoals verwacht een rijke inspiratiebron. Van Eyck bedacht een 1,3 kilometer lange pergola, die dwars door het park loopt en doet denken aan de lopende banden die in de oude autofabriek gebruikt werden. De cortenstalen pergola is een loopbrug en observatiedek ineen, en omsluit het middendeel van het park. Onder de pergola nodigen zitplekken, trappen en kiosken uit tot verblijven.
Naast de aanleg van een grote vijver – waarvan het heldere water doet denken aan een bergmeer – is het park voor meer dan de helft beplant met coniferen en loofbomen, zoals lariks, eik, linde en pijnboom, en struiken en bloemborders met onder meer roos en spierstruik. De groene inrichting maakt herinneringen los aan het gebied vóór de bouw van de fabriek. Toen stond hier een klooster, en het dennenbos rondom was een populair wandelgebied.
Het park is onderdeel van het initiatief om het voormalige industriegebied terug te geven aan de stad. Het is de bedoeling dat binnen tien jaar een nieuwe stadswijk verrijst. Nu al verbindt een nieuwe brug over de spoorlijn het terrein met de rest van de stad.
Tijdens de Blauwe Kamerbijeenkomst Afstudeerders in debat op 12 oktober werd Ecofield van Joyce Verstijnen – een reeks van ecologische verblijfsplekken tussen Haarlem en de kust – uitgeroepen tot beste afstudeerproject van 2018. Voor haar ontwerp diende het boek ‘Filosofie van het landschap’ als inspiratiebron.
‘Het bijzondere aan dit boek, dat ik tijdens mijn studie aan de Fontys in Tilburg overal mee naartoe nam, is dat auteur Ton Lemaire ons op een andere manier naar het landschap laat kijken. Niet op een zakelijke, functionele manier, maar met oog voor de zachte en niet-meetbare kenmerken. Zeg maar de subjectieve en poëtische waarden van een landschap, die bijvoorbeeld van invloed zijn op waarom we ons ergens thuis voelen.
‘Ik mis die blik in ons vakgebied. De ingenieursbril heeft de overhand, het intuïtieve raakt ondergesneeuwd. Daardoor zien we het landschap te vaak als een technische ruimte waar we functies en programma’s in kwijt moeten. Zaken als geluid, lichtinval en beleving worden vergeten. Lemaire kaart dat aan. Hij beschrijft in zijn boek de emotionele waarde van een zonsondergang, van het belang van stilte in een bos. ‘Ik ben ooit vanuit Stockholm naar het noorden van Noorwegen gereisd, een tocht van 2200 kilometer. Onderweg bracht ik het kijken van Lemaire in de praktijk. Ik analyseerde het landschap niet op basis van kaarten of harde onderzoeksfeiten, maar maakte me het landschap eigen op basis van wat ik voelde en ervoer – om zo de betekenis van dat landschap te achterhalen.
‘In mijn afstudeerwerk heb ik wetenschappelijk onderzoek gebruikt om vast te stellen onder welke omstandigheden planten en dieren goed gedijen. Maar ik heb het landschap tussen Haarlem en de zee, mijn onderzoeksgebied, ook vaak bezocht. Ik wilde grip krijgen op de sfeer van het duinlandschap, om mijn ontwerp een poëtische kwaliteit mee te kunnen geven.’
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier
doorgeven.