Een déjà vu, anders kan ik de tekst van de eerder deze maand gepresenteerde woonvisie Geef wonen de ruimte niet noemen. Het document is opgesteld door het grotenstedennetwerk G32 en een onvervalst pleidooi om weer volop uitbreidingswijken te bouwen. Kort samengevat menen de betrokken bestuurders – de wethouder van Venlo uitgezonderd – dat om in de enorme woningbouwbehoefte te voorzien de bouwproductie omhoog moet, meer aan de markt moet worden overgelaten en de rode contouren, die de gebieden markeren waarbinnen steden en dorpen mogen bouwen, moeten worden afgeschaft. Alsof we terug zijn bij het begin van dit millennium, toen we nagenoten van de weldadige jaren negentig, de zeepbel van de huizenmarkt enthousiast werd opgepompt en onder leiding van onder anderen VVD-minister Sybilla Dekker het ruimtelijkeordeningsbeleid geliberaliseerd werd.
Hoe komt de G32 tot deze onzalige oproep, nog geen vier maanden nadat velen hun instemming betuigden met het manifest van het Jaar van de Ruimte – waarin grootschalige en monofunctionele uitbreidingsplannen voorgoed tot het verleden werden verklaard? Een verklaring ligt wellicht in het auteurschap: de woonvisie is geschreven door Friso de Zeeuw, onvermoeibaar pleitbezorger van nieuwbouwwijken. Bij zijn auteurschap mag niet onvermeld
blijven dat hij niet alleen hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft is, maar tot een maand geleden ook directeur Nieuwe Markten bij BPD was, de grootste bouwer van ons land.
Hoe dan ook, een dergelijke eenzijdige kijk op de woningbouwopgave – De Zeeuw en consorten doen de focus op de bestaande stad af als ‘verdichtingsideologie’ – heeft veel stof doen opwaaien. Een weerwoord kwam al van Cees-Jan Pen, Frans Soeterbroek en Gerben van Dijk. Zij schrijven op de website van Stadszaken dat in de woonvisie vernieuwing ver te zoeken is. De woonopgave wordt volgens hen teruggebracht tot een productiemachine, terwijl een integrale strategie – waarbij nieuwbouw thuishoort in een combinatie met herontwikkeling, sloop, verdichting – achterwege blijft. Bovendien zijn de woningbouwprognoses uitermate onzeker. Met een kleinschalige en organische aanpak kan beter op de moeilijk te voorspellen vraag worden ingespeeld dan met de speculatieve bouw van weer een generatie povere en liefdeloze woonwijken in het buitengebied.
Mark Hendriks, hoofdredacteur
De openbare ruimte van het station Putten is opgeknapt. Aanleiding was dat door diverse toevoegingen van de afgelopen jaren een rommelige ruimte was ontstaan. De ontwerpers van ingenieursbureau Movares maakten op verzoek van de gemeente een plan waarin de noodzakelijke voorzieningen zoals de verdubbelde fietsenstalling en een stalling voor OV-fietsen een logische plek hebben gekregen. De bestrating is vernieuwd en de omgeving verfraaid met cortenstalen plantenbakken met wuivende grassen en boomroosters rondom de berkenbomen. De vrijgekomen ruimte is daardoor een aantrekkelijk verblijfsgebied geworden. De open en lichte inrichting is het stationsplein ook ’s avonds een aangename en veilige plek.
Project vernieuwing stationsomgeving
Locatie Putten
Ontwerper Movares
Opdrachtgever gemeente Putten
Uitvoering De Oude Deel; LooHorst; Infra Plus; Imtech; Kieft
Partners provincie Gelderland; regio Noord-veluwe; NS; ProRail
Ontwerp 2014 – 2015
Uitvoering 2015
Foto's John Verbruggen
MAASKANTPRIJS VOOR TRACY METZ
Journalist Tracy Metz heeft de Grote Rotterdam-Maaskantprijs 2016 gewonnen. De jury onder leiding van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, roemt Metz om haar voortrekkersrol in het debat over architectuur, landschaps-inrichting en stedenbouw. Niet alleen de vakgemeenschap maar ook een breed publiek weet zij te prikkelen met haar publicaties.
Tracy Metz schrijft boeken – zoals het spraakmakende Zoet & zout (2012) – en publiceert in onder meer NRC Handelsblad. Voor Blauwe Kamer schreef ze onder meer over de ontwerpworkshop over de Zuid-Hollandse kust ‘Drama aan zee’ (2012).
EMMEN VERSTOPT NIEUW AVONTURENPARK
Onder de naam Wildlands Adventure Zoo is de nieuwe dierentuin in Emmen geopend. Nou ja, dierentuin. Geheel volgens de tijdgeest krijgt het park verschillende ‘belevenisparken’ (pool, savanne en oerwoud). Gerekend wordt op 1,3 miljoen bezoekers per jaar. De investering in het park bedraagt 150 miljoen euro.
B4o Landschapsarchitectuur + Stedenbouw + Recreatieontwikkeling maakte het ontwerp voor de inpassing van het park in de omgeving. Die inpassing heeft – letterlijk – twee kanten. Tussen het park en de omgeving is in beide richtingen zo min mogelijk visueel contact. Zo wordt in het park de illusie versterkt dat de bezoeker in een exotische wereld verblijft. En van buiten juist voorkomen dat het landschap ontsierd wordt door een wezensvreemd element.
Aan de buitenkant is het park zo goed mogelijk in het omringende Drentse landschap gepast. De afscheiding – 2,5 kilometer lang – bestaat uit houtwallen en -singels, en grondwallen met streekeigen beplanting (i.s.m. Loohorst Landscaping). Buiten de rand liggen koolzaadvelden die de biobrandstof leveren voor de safari-jeeps.
ONTWERPEN VOOR ASIELHUISVESTING
Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) en de rijksbouwmeester willen met de ontwerpprijsvraag a Home away from Home ontwerpers stimuleren oplossingen te bedenken voor de huisvesting van asielzoekers. Onlangs zijn de 12 genomineerden bekendgemaakt. Zij kwamen met een grote verscheidenheid aan oplossingen, zoals opvouwbare units, bouwpakketten, en innovatieve productietechnieken, maar ook sociale strategieën.
De prijsvraag kende twee categorieën: ‘binnen’ voor oplossingen in leegstaande gebouwen en ‘buiten’ op beschikbare terreinen. Nominaties zijn vooral inzendingen die meerdere doelen dienen, zoals naast huisvesting bijvoorbeeld ook het adresseren van leegstand, krimp, circulair materiaalgebruik of energieproductie.
EO WIJERS-PRIJSVRAAG OVER EO WIJERS-PRIJSVRAAG
Met het aangekondigde reguliere aftreden roept het bestuur van de Eo Wijersstichting de vakgemeenschap op een nieuw bestuur te vormen dat zich buigt over de koers van de stichting.
Sinds 1985 organiseert de Eo Wijers-stichting prijsvragen gericht op de ‘ruimtelijke kwaliteit van Nederland op bovenlokaal schaalniveau’, via regionale ontwerpen, met nadrukkelijk het streven de beste ook uit te voeren.
Het vakgebied is sterk in beweging. De ruimtelijke opgaven veranderen (zoals vermaatschappelijking van de energietransitie, hergebruik, vluchtelingenvraagstuk). Maar ook de bestuurlijke en organisatorische context van het vakgebied is anders (leertrajecten, technologische innovatie, participatie, bdfmo-projecten). Of, zoals de conclusie was van het Jaar van de Ruimte: de ruimtelijke planning is dood, leve de ruimtelijke planning!
Tijd voor verjonging en vernieuwing dus, vindt het huidige bestuur. Daartoe organiseert de stichting op 3 juni een themadag – ‘Toekomst voor het regionaal ontwerp’. Kandidaten voor een nieuw bestuur kunnen daar hun ideeën presenteren. Het nieuwe bestuur wordt op grond daarvan gekozen. Aanmelden kan hier.
KORT
De Hortus Botanicus in Haren krijgt een nieuwe grote tuin, een ontwerp van de landschapsarchitecten Jan Maas en Ernst van der Hoeven. Hiervoor is het bestuur van de Hortus op zoek naar sponsoren.
Afgelopen weekend opende de Internationale Architectuurbiennale Rotterdam (IABR) zijn deuren. Het evenement loopt tot en met 10 juli.
De selectiecommissie van het Blauwe Kamer Jaarboek 2016 ontving ruim honderd inzendingen. De komende maanden buigt de selectiecommissie zich over de plannen.
VAN DE BNSP
In het kader van de omgevingstournee organiseert de BNSP op 9 juni een bijeenkomst over omgevingsveiligheid.
Van 6 tot en met 8 juli vindt de International Course Rotterdam Architecture over de stedenbouw en architectuur van het moderne Rotterdam plaats. BNSP-leden krijgen 10 procent korting.
VAN DE NVTL
De NVTL levert een bijdrage aan Building the Future of Health, een driedaags congres over de relatie tussen de gebouwde omgeving en onze gezondheid.
Binnenkort start de cursus Toekomstgericht ontwerpen met houtige gewassen. Data: 26 en 27 mei, en 3 juni.
De internationale allure van Den Haag – stad van vrede en recht, koninklijke residentie, thuisbasis van diplomaten en ambassades – ligt ten grondslag aan het herontwerp van de Grote Marktstraat, met zeven miljoen bezoekers per jaar een van de belangrijkste winkelroutes van Nederland. De architecten van het Rijswijkse bureau du Croq & Van Zutphen hebben de straat opgevat als balzaal en voorzagen de winkelstraat van luxe materialen, versieringen en zelfs kroonluchters. De verlichtingselementen zijn vormgegeven als druppelvormige stalen korven die in de lengterichting boven de straat zijn gespannen. Alle obstakels zijn verwijderd, waardoor van gevel tot gevel een vrije loop- en fietsruimte is ontstaan. In de bestrating van betonterrazo-tegels is een speels patroon aangebracht, gebaseerd op de rijke modecollectie van de Hofstad. De entrees naar de tramtunnel zijn gemarkeerd door banken van gebogen staalplaat die eveneens voorzien zijn van een decoratief patroon.
De timelapse hieronder toont de transformatie van de Grote Marktstraat – van een gemiddelde stadsstraat naar een boulevard met een internationale uitstraling.
Project herinrichting winkelstraat
Locatie Den Haag
Ontwerper du Croq & VanZutphen Architects
I.s.m. Luxlumen, Har Hollands, Remmerswaal metaalbewerking, Smederij van Rijn
Uitvoerders HABO; PCO infra (verlichting); Klostermann (bestrating); Boeg (banken)
Opdrachtgever gemeente Den Haag
Ontwerp 2008
Uitvoering 2012 – 2016
Een boomgaard in bloei, oude boerderijen, een tractor maait een weiland – welkom op landgoed De Olmenhorst, de werkomgeving van het architectuur- en stedenbouwbureau FARO. ‘We zitten hier ideaal’, vertelt partner Coen Kampstra. ‘De landelijke omgeving, de bereikbaarheid met de auto, de ligging tussen Amsterdam en Den Haag: deze plek is ons op het lijf geschreven.’ 18 jaar geleden streek het bureau op het landgoed neer, na zeven jaar kantoor te hebben gehouden in de oude binnenstad van Delft. ‘De Olmenhorst kwam toevallig op ons pad’, herinnert Kampstra zich. ‘De moeder van mijn compagnon is verre familie van de landgoedeigenaar en op een feestje hoorde zij dat er enkele schuren te huur waren. Na een bezoek waren we meteen verkocht.’
FARO huist in een oude aardappelschuur. Kampstra: ‘Het was helemaal leeg, geen ramen, een gestampte aarden vloer, slechts twee deuren.’ Hij wijst naar boven: ‘En dit originele rieten plafond. Wij hebben de verbouwing voor onze rekening genomen, in ruil voor een schappelijke huurprijs.’ Het landgoed was volgens Kampstra toen nog een onontdekte parel. Inmiddels is het een bekende plek in de regio. Er is een drukbezochte streekwinkel en de landgoedeigenaar organiseert regelmatig evenementen. ‘Het is niet zo dat we ons altijd met die activiteiten associëren, maar soms haken we aan – onlangs nog met een workshop maquettes bouwen tijdens het Bloesemfestival.’ In het dagelijkse werkritme is het landgoed vooral een prachtige plek voor een ommetje na de lunch. Ook genieten Kampstra en zijn compagnons tijdens het wekelijkse werkoverleg van de kookkunsten van de cateraar van het landgoed. De invloed op het ontwerpwerk is lastig onder woorden te brengen. ‘Het is vooral een fijne werkplek, een visitekaartje.’ Lachend: ‘Maar het valt me op dat we steeds vaker zwarte schuren ontwerpen. Die staan hier overal – onbewust raak je daar toch door geïnspireerd.’
Project botanische daktuin
Locatie Doha, hoofdstad van Qatar
Ontwerper Inside Outside
I.s.m. OMA
Opdrachtgever Qatar Education City
Oppervlakte 3,8 ha
Ontwerp 2007 – 2011
Uitvoering 2011 – 2015
De botanische tuin op de parkeergarage van de Qatar Foundation in Doha, de hoofdstad van het emiraat, is een ode aan de lokale vegetatie. In het door het Rotterdamse ontwerpbureau Inside Outside ontworpen gridpatroon van plantenbakken stelt elke rij een plantgemeenschap voor, van de drogere habitats aan de zuidzijde van de tuin tot de weelderige vegetatie van bomen en struiken aan de noordkant. Een wandeling is als een tocht door de onvermoede veelzijdigheid aan landschappen en ecosystemen in de woestijnstaat.
De irrigatie is op deze indeling afgestemd: de lage beplanting aan de zuidkant krijgt weinig water, de bomen en struiken aan de noordkant worden rijkelijk bevloeid. Tussen de inheemse soorten zijn exotische planten geplaatst waardoor de tuin het hele jaar door een potpourri is van geuren en kleuren. Op de grond ligt gravel van travertine, een goudkleurig gesteente uit de regio. De tuin wordt door de Foundation – een private onderwijsinstelling – gebruikt voor onderzoek naar inheemse flora.
Waarom dit onderzoek?
‘Ik kom oorspronkelijk uit Bosnië (in 1993 vluchtte het gezin Mackic voor het oorlogsgeweld, red.) en toen ik later weer in Mostar kwam zag ik hoe de verwoeste stad op een voor mij onbegrijpelijke manier weer was opgebouwd. Je moet weten dat Mostar voor de oorlog een plek was waar katholieke Kroaten, Bosnische moslims en orthodoxe Serviërs door elkaar woonden. Van de saamhorigheid van die tijd is niets meer over. Mostar is een verdeelde stad geworden waar hele wijken voor sommige groepen verboden terrein zijn. Het cultuurhuis waar iedereen vroeger samenkwam heet nu het ‘Huis der Kroaten’ en verderop is een monument voor Kroatische strijders opgericht.
Zo werkt het blijkbaar. De mensen die het voor het zeggen hebben bepalen hoe een stad eruitziet.
‘Klopt, maar dat maakt het nog niet wenselijk. Ik heb willen aantonen hoe belangrijk architectuur is bij het herbouwen van een stad.
Daarom moet de wederopbouw van steden in conflictgebieden onder de verantwoordelijkheid komen van een onafhankelijke club mensen die voorkomt dat die architectuur op lange termijn tot een versnipperde stad leidt, doordat door nationalistische symbolen of specifieke functies mensen worden buitengesloten.
‘Een voorbeeld hoe het anders kan, zijn de monumenten die de Joegoslavische architect Bogdan Bogdanovic ontwierp na de Tweede Wereldoorlog. Zijn architectuur verbond mensen, zijn ontwerpen waren gericht op de toekomst.’
Waar zat ’m dat in?
‘Bogdanovic haalde zijn inspiratie uit gebruiken die religie en afkomst overstijgen. Met dat idee heb ik voor Mostar een publieke plek ontworpen die teruggrijpt op een eeuwenoud gebruik – jongens duiken van de 19 meter hoge brug in de rivier om hun mannelijkheid te bewijzen. Ongeacht waar je vandaan kwam, ongeacht waarin je geloofde, eeuwenlang sprong elke jongeman van die brug.
Dit heb ik vertaald in een ontwerp voor een publieke duikschool. Het is een grote tribune waar je stap voor stap leert springen. Op de trap kunnen mensen zitten en elkaar ontmoeten.’
Een stad als Aleppo – wat zou jouw onafhankelijke club van wijzen daar moeten doen?
‘Verwoeste steden worden regelmatig precies zo teruggebouwd als ze waren. Vaak zien organisaties als Unesco daarop toe. In andere steden is de wederopbouw vooral geschoeid op een moderne commerciële leest, zoals in Beiroet. In beide gevallen lijkt het alsof de oorlog nooit heeft plaatsgevonden. De onafhankelijke club die ik voor ogen heb moet zorgen dat de wederopbouw recht doet aan de hele geschiedenis van een stad – inclusief de oorlog. Alleen dan kunnen alle mensen zich de gebouwen en openbare ruimte toe-eigenen.’
Mackic’ boek Mortal Cities Forgotten Monuments ligt binnenkort in de boekwinkel
Nog geen abonnee, maar wel benieuwd naar de volgende editie?
Kijk hier voor onze abonnementen en aanbiedingen.
Mocht u als Blauwe Kamerabonnee het e-zine niet in uw e-mail ontvangen
dan beschikken wij mogelijk niet over uw juiste e-mailadres.
U kunt uw e-mailadres hier doorgeven.